Er zijn 4 hoofdmethoden waarmee kinderen (en volwassenen) informatie benaderen, verwerken en opnemen. Men noemt de 4 methoden soms het VARK-model, namelijk Visueel leren, Auditief leren, Lezen/Schrijven en Kinesthetisch leren. De man achter dit model was Walter Burke Barb, en het werd verder ontwikkeld door Neil Fleming. Er is wel kritiek op het VARK model omdat men op die manier de studenten een label meegeeft wat niet altijd terecht is (hokjesdenken) en de 'ideale' leermethode ook kan verschillen naargelang het onderwerp. Het is belangrijk op te merken dat niemand uitsluitend de visuele, auditieve, lees/schrijf of kinesthetische leerstijl hanteert. De meeste mensen gebruiken een mengeling van alle vier, waarbij er één de dominante of voorkeursstijl is. Verder is ook duidelijk geworden dat de gekozen leerstijl geen enkele invloed heeft op de prestaties en resultaten. De ene methode is niet beter of slechter dan de andere, het is een kwestie van aanleg en voorkeur.
Visueel lerenVisueel ingestelde leerlingen verwerken informatie door die te
zien en te bekijken en door esthetische en visuele signalen te interpreteren
(beelddenken). Ze beschikken meestal over een grote fantasie en hebben geen moeite om
zich complexe concepten en ideeën voor te stellen in de geest
(visualiseren). Ook hebben ze de neiging om aantekeningen te maken, soms in
detail, zodat concepten in eenvoudige vorm beschikbaar zijn om visueel te
absorberen. Een visueel ingestelde leerling zit liever vooraan in de klas,
waar hij/zij makkelijker de lichaamstaal, de gezichtsuitdrukking en de andere
non-verbale communicatie van de leraar kan opnemen. Zo'n leerling heeft
misschien moeite met mondelinge instructies, maar zal wel makkelijk grafieken,
diagrammen en schriftelijke instructies kunnen volgen. Hun belangrijkste
afleiding zijn visuele stimuli, zoals iets wat buiten gebeurt, of pop-ups op
een computerscherm. Een visueel ingesteld persoon vind kunst, schoonheid en
esthetiek belangrijk en kan dingen onthouden door de informatie te
visualiseren.
Auditief leren
Iemand met aanleg voor auditief leren is meestal gevoelig voor de
toon, de stem en het ritme van de docent. Ze verwerken auditieve informatie
makkelijker dan visuele informatie. In plaats van aantekeningen te maken,
vinden ze het fijner om een lezing op te nemen en te beluisteren. Wellicht
stellen ze vaak vragen om zeker te zijn dat ze de lessen en instructies goed hoorden. Auditief ingestelde personen leren iets begrijpen door erover
te spreken en te communiceren. Als kind lezen ze vaak luidop de boeken en
verhalen die ze leuk vinden. Ze zijn goed in mondelinge presentaties en
groepsdiscussies. Ze worden makkelijk afgeleid door auditieve stimuli, zoals
onnodig lawaai of aangesproken worden.
Kinesthetisch leren (ervaringsgericht)
De kinesthetisch ingestelde leerling leert door rechtstreeks te ervaren,
door handvaardigheid, door beweging, door aanraking, en door dingen te doen.
Deze leerlingen doen het vaak goed in expressieve en uitvoerende kunsten,
mechaniek, handwerk en in sport en spel. Ze hebben de neiging om staand te
leren in plaats van zittend en kunnen in de klas nogal zenuwachtig en onrustig
overkomen. Een kinesthetische leerling presteert meestal beter in praktische
en levensechte vakken zoals koken, houtbewerking en techniek. Ze hebben moeite
met figuratieve, diepe en abstracte ideeën en leren vaak door met de hand te
tekenen, te schetsen en te krabbelen. Hun belangrijkste afleiding is het verlangen
om lichamelijk actief te zijn in plaats van stil te zitten. Ze hebben nood aan
een groter aantal studiepauzes dan de auditief en visueel ingestelde kinderen.
Leren door lezen en schrijven
De 'R' in het VARK model staat voor Reading/Writing. Het verwijst naar het leren via lezen, schrijven en notities nemen. Bij deze leerstijl ligt de nadruk meer op woorden en tekstuele informatie dan op beeldende, verbale of ervaringsgerichte informatie. Men leert dan rechtstreeks door het lezen van een tekst, of via het maken van aantekeningen en het opschrijven van de ideeën die bij het lezen van een tekst in het hoofd opkomen. Men kan de neiging hebben om visuele informatie, zoals foto's, grafieken en diagrammen, tekstueel te interpreteren door bijvoorbeeld een hiërarchie van woorden te gebruiken (zoals: lijsten en opsommingen) om ideeën te conceptualiseren. Vaak doen ze ook secundair onderzoek en gaan zich verdiepen in boeken, online-artikelen en onderzoekspapers om meer randinformatie te vinden. Aangezien lezen en schrijven beiden een lange aandachtsspanne vergen, kunnen ze geluiden als storend ervaren, en in sommige gevallen ook afgeleid worden door de stem van de leerkracht.
Enkele vragen om de verschillen tussen visueel, auditief en kinestetisch leren aan te tonen.1. Hoe begin je aan een doe-het-zelf bouwpakket?
(a) - Je leest eerst de bijgevoegde handleiding.
(b) - Je bekijkt een how-to video of je vraagt advies aan iemand.
(c) - Je begint direct met bouwen.
2. Wat doe je wanneer je een concert bijwoont.
(a) - Je kijkt naar de voorstelling maar ook om je heen.
(b) - Je sluit de ogen om de muziek volledig op te nemen.
(c) - Je beweegt en danst mee op de maat.
3. Hoe ga je om met angst?
(a) - Je stelt je mentaal alle mogelijke scenario's voor.
(b) - Je praat tegen jezelf.
(c) - Je gaat rondlopen en nerveus bewegen.
4. Wat is de eerste indruk wanneer je iemand ontmoet?
(a) - Je kijkt naar de kleren die ze dragen en naar hun uiterlijk.
(b) - Je luistert naar hun stem en hoe ze spreken.
(c) - Je merkt hoe ze staan en bewegen.
5. Wat doe je vaak tijdens je vrije tijd?
(a) - Series en films kijken.
(b) - Chatten en bellen met goede vrienden.
(c) - Actief bezig zijn, sporten en handwerk.
6. Je maakt makkelijk contact met mensen...
(a) - Gebaseerd op hoe ze
eruit zien.
(b) - Die goed spreken en de juiste dingen zeggen.
(c) - Die
een goede vibe uitstralen.
7. Wanneer je een nieuwe outfit
kiest...
(a) - Dan stel je jezelf voor dat je de kleding draagt.
(b) - Dan
vraag je vrienden/familie/winkelpersoneel om advies.
(c) - Dan probeer
je de outfit altijd eerst uit.
8. Welke zinnen
gebruik je het meest...
(a) - Ik zie wat je bedoelt.
(b) - Ik hoor wat
je zegt.
(c) - Ik weet hoe je je voelt.
9. Je houdt
van...
(a) - Films, kunsttentoonstellingen of het bekijken van
natuurdocumentaires.
(b) - Het luisteren naar je favoriete nummers of
lange gesprekken aan de telefoon.
(c) - Meedoen aan activiteiten, dansen of
sporten.
10. Je bespreekt problemen met vrienden en
kennissen door...
(a) - Hen een brief of een boodschap te schrijven.
(b)
- Hen op te bellen.
(c) - Hen persoonlijk te ontmoeten en het hart te
luchten.
11. Je weet wanneer mensen liegen als...
(a)
- Ze geen oogcontact maken.
(b) - Hun stem raar klinkt.
(c) - Je een
vreemd gevoel van hen krijgt.
12. De beste manier om een
lastig woord te spellen is door...
(a) - Het op te schrijven.
(b) - Het
hardop te spellen.
(c) - Het met de vinger in de lucht na te tekenen.
13.
De beste manier om te oefenen voor een examen is...
(a) - Het doornemen van
je aantekeningen.
(b) - De belangrijkste punten hardop uitspreken.
(c)
- Informatie opschrijven en revisiekaarten maken.
14. Je
probeert te studeren in een bibliotheek. Je wordt het meest
afgeleid...
(a) - Door mensen die in en uit lopen.
(b) - Door het
gefluister en gepraat aan de andere tafel.
(c) - Door iemand die zijn stoel
verplaatst.
Resultaten
1. De (a) antwoorden wijzen op een sterk visueel leervermogen. Visueel ingestelde leerlingen:
° leren graag via grafieken, diagrammen, schema's, enz.
° worden
makkelijk afgeleid door externe visuele stimuli
° kunnen zich moeiteloos
verschillende scenario's inbeelden
° geven de voorkeur aan het
opschrijven van instructies en het maken van aantekeningen
° bestaan uit
twee subgroepen: visueel-linguïstisch (leren via het geschreven woord) en
visueel-ruimtelijk (focussen op visuele informatie in plaats van op woorden).
2.
De (b) antwoorden wijzen op een sterk auditief
leervermogen. Auditief ingestelde leerlingen:
° praten het liefst met anderen
° hebben soms moeite met lezen en schrijven
°
volgen verbale instructies vrij goed op
° houden van mondelinge
presentaties
° worden makkelijk afgeleid door achtergrondgeluiden.
3.
De (c) antwoorden wijzen op een sterk kinesthetisch
leervermogen. Motorisch ingestelde leerlingen:
° geven de voorkeur aan practica zoals laboratoriumwerk, timmerwerk, koken en
alles wat met beweging te maken heeft
° zijn goed in sport en nemen er
actief aan deel
° hebben de neiging om af te haken tijdens zeer abstracte
of theoretische discussies
° maken krabbels of tekeningen tijdens
lezingen
° vallen ook in twee groepen te verdelen: kinesthetisch (leren
door beweging) en tactiel (leren door aanraking).
Enkele richtlijnen die kunnen helpen om de studie van de leerling af te stemmen op zijn of haar ideale leerstijl. Vergeet niet dat de verschillende leerstijlen kunnen worden gemengd en gecombineerd om zo goed mogelijk aan de individuele behoeften van de leerling te voldoen. Meer nog, 60 % van de studenten vallen onder het 'multimodel' en leren het beste wanneer ze verschillende leerstijlen combineren.
Visueel leren
° Probeer om presentaties, hand-outs en
grafieken tijdens de lessen te integreren.
° Vraag de leerling om de
antwoorden uit te schrijven.
° Laat ruimte vrij om
aantekeningen te maken in hun schriften.
° Laat de leerling tijdens de auditieve lessen vragen opschrijven.
° Las pauzes in
en laat de leerling zijn vragen voorlezen.
°
Gebruik trefwoorden en afbeeldingen die delen van het
onderwerp behandelen.
Auditief leren
° Begin elke les met een inleiding en eindig met een samenvatting.
°
Voer regelmatig discussies en gesprekken tijdens de les.
° Laat de leerlingen hun standpunten naar voren brengen.
°
Stel vragen en laat de leerlingen vertellen wat ze tot nu toe hebben begrepen.
° Moedig de leerling aan om de lesinhoud
hardop te lezen.
Kinesthetisch leren
° Integreer activiteiten die beweging brengen in het
merendeel van de lessen.
° Gebruik
verschillende kleuren in presentaties en laat de leerling belangrijke punten markeren.
° Neem pauzes en laat hen even uit de
studieruimte gaan.
° Zachte achtergrondmuziek kan helpen.
° Geef het kind tijdens lange colleges speelklei
om de handen bezig te houden.
Leren door lezen en schrijven
° Laat de leerlingen (leer)boeken lezen en samenvattingen maken.
° Laat de leerlingen hun eigen studieboeken en schriften maken.
° Laat hen presentaties en voordrachten creëren.
° Laat hen verhalen schrijven.
Geen opmerkingen
Een reactie posten