De wereld is verwarrend en het gedrag der mensen soms onbegrijpelijk. Mensen
doen dingen die nergens op slaan, ze denken dingen die niet door feiten
worden ondersteund, ze verdragen dingen die ze niet hoeven te verdragen, en
ze vallen degenen aan die al deze dingen onder hun aandacht proberen te
brengen. Maar hoe komt dat eigenlijk? Er zijn enkele bekende psychosociale
experimenten (Milgram, Zimbardo, Asch experiment,...) die een inkijk
bieden. Cognitieve dissonantie,
diffusie van verantwoordelijkheid en
aangeleerde hulpeloosheid zijn termen die men tegenwoordig wel vaker
hoort, maar waar komen ze vandaan en wat betekenen ze? Hier is een lijst van invloedrijke en
belangrijke experimenten die iets vertellen over de manier waarop
mensen denken, en die helpen verklaren hoe de moderne maatschappij werkt (en
wellicht ook hoe de wereld in zo'n puinhoop is geraakt).
01. Het Milgram Experiment
Het experiment
Dit is wellicht het beroemdste en bekendste experiment. Vanaf 1963 voerde de
Yale psycholoog Stanley Milgram een reeks experimenten uit die nu bekend staan
als de 'Milgram Gehoorzaamheidsexperimenten'. De opzet is eenvoudig:
persoon A (de tester) wordt door de psycholoog opgedragen een geheugentest uit
te voeren op persoon B (een 'fake' proefpersoon), en hem elektrische schokken
toe te dienen als hij fouten maakt tijdens de test. Beiden zien elkaar niet
(er is enkel een stem te horen), en de elektrische schokken worden uiteraard
niet echt aan iemand toegediend. Maar de stem van persoon B schreeuwt van de
pijn, vraagt om hulp of doet zelfs alsof hij bewusteloos is, terwijl de tester
A door de psycholoog wordt aangemoedigd om door te gaan met het toedienen van
de schokken bij elk fout antwoord. De overgrote meerderheid van de testers
gaat door met de test, ondanks het geschreeuw en het protest van persoon B, en
ze blijven schokken geven, 65% van de testers gaat door tot aan de hoogste en
dodelijke schok.
Conclusie
In zijn artikel over dit experiment bedacht Stanley Milgram de term
'diffusie van verantwoordelijkheid' (het verplaatsen van de
verantwoordelijkheid). Dit verwijst naar het psychologische proces wat
plaatsvindt wanneer iemand kwaad doet aan een andere persoon en zich daarvoor
verontschuldigt of rechtvaardigt door te zeggen dat het niet echt zijn schuld
is, of wanneer hij weet dat hij niet verantwoordelijk zal worden gesteld, of
door te beweren dat hij geen keuze heeft omdat één of andere 'autoriteit' hem
dat opdraagt. Een verwant fenomeen is
'het toeschouwer effect', of een situatie waarbij men niet geneigd is om een slachtoffer in nood te
helpen wanneer er nog andere mensen in de buurt zijn. Hoe meer mensen er
aanwezig zijn, zo luidt de theorie, hoe kleiner de kans dat iemand zal
ingrijpen en hulp bieden.
Toepassingen
De mogelijke toepassingen van dit 'blind geloof in autoriteit' zijn bijna
letterlijk eindeloos. Alle instellingen kunnen dit fenomeen gebruiken om
mensen onder druk te zetten zodat ze hun eigen morele code uitschakelen. Het
leger, de politie, de overheid, het ziekenhuis - overal waar een hiërarchie of
vermeende autoriteit bestaat, zullen mensen het slachtoffer worden van de
diffusie (het ontlopen, het verschuiven) van hun eigen verantwoordelijkheid.
In andere gevallen wacht men af wat anderen zullen doen alvorens zelf in actie
te komen, men blijft afwachtende toeschouwer. Ook deze vertragingstactiek
wordt veelvuldig toegepast door allerlei belangengroepen.
02. Het Stanford Experiment
Het experiment
Het gevangenisexperiment van Philip Zimbardo werd uitgevoerd aan de Stanford
Universiteit in 1971. De financiering kwam van het Office of Naval Research,
ze wilden de oorzaken van conflicten tussen militaire bewakers en gevangenen
vaststellen. Vierentwintig studenten worden geselecteerd om de 'gevangenen' te
spelen en te leven in een nagebouwde gevangenis in de kelder van het Stanford
gebouw. Een andere groep wordt aangeduid als de 'bewakers'. Beide partijen
trekken de juiste uniformen aan en de gevangenen krijgen een nummer. De
bewakers mogen de gevangenen enkel met hun nummer aanspreken, niet met hun
naam. Er zijn nog een aantal andere regels en procedures, die men
hier
kan lezen.
De deelnemers gingen tijdens het experiment helemaal op in hun rol, veel
meer dan Zimbardo had verwacht. De bewakers stelden zich steeds
autoritairder op en werden steeds sadistischer. Op hun beurt ontwikkelden
veel van de gevangenen een passieve houding en accepteerden fysiek geweld en
ze straften ook (op verzoek van de bewakers) de andere gevangenen die het
geweld probeerden te stoppen. Veel van de gevangenen aanvaardden het
misbruik, en er ontstond ruzie tussen 'onruststokers' en 'goede
gevangenen'.
Het experiment beïnvloedde zelfs Zimbardo, die in zijn tijdelijke
hoedanigheid van 'gevangenis directeur', zijn rol als psycholoog uit het oog
verloor en het misbruik liet doorgaan alsof het een echte gevangenis betrof.
Vijf van de gevangenen waren zo overstuur door het proces dat ze het
experiment vroegtijdig verlieten, en het hele experiment werd na slechts zes
dagen abrupt stopgezet. Het Stanford experiment en de resultaten blijven
controversieel.
Conclusie
De bewakers werden sadistisch en de gevangenen werden gehoorzaam. Nochtans was
het geen echte gevangenis situatie, er waren geen echte bewakers met
wettelijke autoriteit, en er was geen verplichting om te blijven. Wanneer men
mensen macht geeft, dan worden sommigen sadistisch en ontstaat er misbruik.
Wanneer men mensen ontmenselijkt en vernedert, dan worden sommigen volgzaam en
gehoorzaam. Wanneer men mensen in de gevangenis stopt, dan zullen ze zich
gedragen als gevangenen. Kortom, mensen zullen handelen zoals ze behandeld
worden.
De toepassing
Ook hier zijn de toepassingen eindeloos. De Covid crisis is een goed
voorbeeld. Wanneer men mensen op een bepaalde manier behandelt en hen dingen
opdraagt vanuit 'autoriteit' (hoe absurd die dingen ook zijn), dan zal een
meerderheid daarin meegaan en gehoorzamen (en de maatregelen opvolgen). En de
minderheid die weigert mee te werken, krijgt dan de schuld. Vanwege Covid
krijgen de politiediensten ook nieuwe bevoegdheden, die ze prompt misbruiken
omdat ze de masker weigeraars en de ongevaccineerden als
ongehoorzaam, 'ontmenselijkt' en zelfs gevaarlijk zien. Zulke reacties zijn
niet toevallig, maar worden gestuurd.
03. Het Asch Experiment
Het experiment
Nog een ander experiment in conformiteit en groepsdenken, ditmaal niet zo
brutaal als Milgram of Zimbardo, maar wellicht verontrustender qua
bevindingen. De opzet is eenvoudig. Stel een groep proefpersonen samen,
waarvan slechts 1 iemand echt is en niet op de hoogte van de opzet en de rest
zijn medewerkers aan het experiment. De proefpersonen krijgen een reeks
meerkeuzevragen gesteld waarvan het antwoord ondubbelzinnig en overduidelijk
is. Maar de valse proefpersonen (de medewerkers) geven allemaal het foute
antwoord. De vraag is dan of de echte proefpersoon bij zijn eigen goede
antwoord blijft, of gaat hij zich met de groep conformeren en bewust hetzelfde
foute antwoord geven.
Conclusie
Hoewel de meeste proefpersonen hun goede antwoorden behielden, was het
'foutenpercentage' in de experimentele groep 37% tegenover minder dan 1% in de
controlegroep. Dat betekent dat 36% van de proefpersonen uiteindelijk hun
antwoord begon te veranderen om zich aan te passen aan de consensus, ook al
wisten ze dat ze fout zaten. Ongeveer een derde van de proefpersonen doet
alsof ze van gedacht veranderen om zich te conformeren aan de anderen, ofwel
(wat nog alarmerender is), ze veranderen daadwerkelijk hun overtuigingen als
ze merken dat ze in de minderheid zijn.
De toepassing
Dit psychologisch effect kan gebruikt of getriggerd worden bij geënsceneerde
of verzonnen peilingen, vervalste stemmen bij verkiezingen (stemfraude), bot
accounts op sociale media, astroturfing campagnes. De media kan door hun
eenzijdige berichtgeving de indruk wekken van een valse 'consensus', of een
gefabriceerde 'meerderheid' om de massa een bepaalde zienswijze op te
dringen. De algehele groepsconformiteit tijdens de Covid hoax, waarbij de
massa haar capaciteit om zelf na te denken aan de kant schuift omwille van
een voortdurend rondgebazuind verhaal, is een mooi voorbeeld van een Asch
experiment op grote schaal. De 9/11 'aanslag' is een ander voorbeeld waarbij
de media er in slaagde om iedereen te laten geloven dat een vliegtuig in
staat is om een stalen gebouw te laten instorten en dat andere gebouwen
(gebouw 7) zomaar vanzelf neergaan.
Astroturfing is het door overheden, organisaties of bedrijven in scène
zetten van burgerinitiatieven die de indruk moeten wekken dat ze spontane
grassroots acties zijn. Men wil daardoor de schijn wekken dat het gaat om een
onafhankelijke openbare meningsverandering over politieke groepen, producten,
diensten en/of gebeurtenissen, terwijl het een gestuurde tactiek is om de
massa te beïnvloeden.
Ter info: het Asch experiment is ontelbare keren uitgevoerd in
tientallen variaties, maar de meest interessante bevinding is misschien wel
dat slechts één andere persoon in het panel nodig is (die akkoord gaat met de
proefpersoon) om de conformiteit met 87% te verminderen. Met andere woorden:
de meeste mensen vinden het niet leuk om als enige een afwijkende stem te
hebben, maar wanneer ze wat steun krijgen van medestanders dan aanvaarden ze
hun minderheidspositie en behouden hun juiste antwoord.
04. Het Festinger Experiment
Het experiment
Het minst bekende experiment op de lijst, maar in sommige opzichten het meest
fascinerende. In 1954 creëert Leon Festinger een experiment om het fenomeen
cognitieve dissonantie te evalueren. Het opzet is wederom vrij
eenvoudig. Een proefpersoon krijgt opdracht een repetitieve en saaie fysieke
taak te doen. In het oorspronkelijke experiment was de zinloze taak: houten
pinnen een kwartslag draaien. Andere variaties op dit experiment gebruiken
andere taken.
Nadat de taak is voltooid, wordt de proefpersoon opgedragen de volgende
proefpersoon (eigenlijk een laborant) in te lichten over de zinloze taak,
door te liegen en hem/haar te vertellen hoe interessant en boeiend de taak
wel niet is. Op dat moment worden de proefpersonen in twee groepen verdeeld;
de ene groep krijgt 20 dollar om te liegen, de andere slechts 1 dollar om te
vertellen dat de taken echt interessant waren en de volgende deelnemer te
overtuigen dat het (saaie) experiment leuk zou zijn. Het echte experiment is
vaststellen hoe de 2 groepen (verschillend) reageren.
Conclusie
Toen de deelnemers nadien werd gevraagd het experiment te evalueren,
beoordeelden degene die slechts $1 betaald kregen de vervelende taak als
leuker en aangenamer dan degene die $20 betaald kregen om te liegen. Dit is
cognitieve dissonantie in actie.
Het geld was voor de $20 groep een goede reden om te liegen, en ze konden hun
oneerlijk gedrag voor zichzelf rechtvaardigen vanwege de ontvangen beloning.
Maar voor de $1 groep maakte de geringe beloning hun oneerlijkheid intern
ongerechtvaardigd, zodat zij onbewust hun eigen rechtvaardiging moesten
creëren door zichzelf ervan te overtuigen dat zij helemaal niet logen. Slechts
1 dollar betaald krijgen, is onvoldoende stimulans om te liegen en dus ervaart
men dissonantie (onenigheid). Ze konden die dissonantie alleen overwinnen door
te gaan geloven dat de taken werkelijk interessant en leuk waren. Betaald
worden met $20 daarentegen is voldoende motivatie om een saaie taak uit te
voeren, en daarom is er geen dissonantie.
Kortom, wanneer mensen een kleine beloning krijgen om iets te doen, dan zullen
ze doen alsof ze het leuk vinden, om zo voor zichzelf te rechtvaardigen dat ze
onderbetaald worden.
De toepassing
Casino's, computerspelletjes en andere interactieve media gebruiken dit
principe de hele tijd door spelers een zeer kleine beloning aan te bieden in
de wetenschap dat ze zichzelf ervan zullen overtuigen dat ze het leuk vinden
om (verder) te spelen. Grote bedrijven en werkgevers kunnen eveneens op dit
fenomeen vertrouwen om de lonen laag te houden, omdat ze weten dat
laagbetaalde werknemers een psychologisch mechanisme hebben dat hen ervan
kan overtuigen dat ze hun baan leuk vinden en dus blijven werken
niettegenstaande de 'uitbuiting'.
Cognitieve dissonantie verwijst naar een situatie met tegenstrijdige
houdingen, overtuigingen of gedragingen. Dit veroorzaakt bij de persoon een
gevoel van mentaal ongemak dat leidt tot een verandering in houding,
overtuigingen of gedrag om het ongemak te verminderen en het evenwicht te
herstellen. In de psychologie is cognitieve dissonantie de perceptie van
tegenstrijdige informatie, en de mentale tol daarvan. Volgens deze theorie
doen mensen, wanneer twee acties of ideeën psychologisch niet met elkaar in
overeenstemming zijn, er alles aan om ze te veranderen totdat ze wel met
elkaar in overeenstemming zijn. Het ongemak wordt veroorzaakt doordat de
overtuiging van de persoon botst met de nieuw waargenomen informatie, waarop
het individu een manier probeert te vinden om de tegenstrijdigheid op te
lossen om zijn ongemak te verminderen.
Cognitieve dissonantie werd voor het eerst onderzocht door Leon Festinger,
naar aanleiding van een onderzoek naar een sekte die geloofde dat de Aarde
zou worden vernietigd door een overstroming. Hij onderzocht wat er
gebeurde met de toegewijde leden van de sekte toen de overstroming
niet plaatsvond. De niet zo gelovige sekteleden waren geneigd te
erkennen dat ze zichzelf voor de gek hadden gehouden. Maar de overtuigde
en toegewijde leden begonnen het bewijsmateriaal te herinterpreteren om
aan te tonen dat zij al die tijd toch gelijk hadden (de Aarde was niet
vernietigd net vanwege de trouw der sekteleden). Ze wilden en konden de
waarheid niet zien.
05. De Apen Ladder
Het experiment
De apenladder is een experiment waar velen al over gehoord hebben, maar er
is wel een belangrijke toelichting (zie verder). In de jaren zestig zetten
wetenschappers van Harvard vijf apen in een kooi met een trapje in het
midden. Bovenop de ladder ligt een tros bananen, maar telkens wanneer een
aap de ladder probeert te beklimmen worden ze allemaal besproeid met ijskoud
water. Zo leren de apen om de ladder te vermijden. Dan wordt een aap
verwijderd en een nieuwe aap geïntroduceerd. Hij gaat natuurlijk recht op de
ladder af maar wordt belaagd door de andere vier apen. Dan wordt een tweede
aap verwijderd en een andere nieuwe aap geïntroduceerd. Ook hij gaat recht
op de ladder af en wordt belaagd door de andere vier apen... inclusief
degene die nooit bespoten is. De onderzoekers blijven elke aap om de beurt
vervangen, totdat er geen apen meer zijn die ooit met water zijn besproeid,
en toch weigeren ze allemaal in de buurt van de trap te komen en ze
verhinderen alle nieuwe apen om dat te doen.
Conclusie
De voor de hand liggende conclusie is dat mensen kunnen worden
geconditioneerd om gedachteloos regels te volgen die ze niet begrijpen. Maar
hier is de toelichting: dit experiment werd nog nooit uitgevoerd, het is een
fake verhaal. Niettemin werd een gelijkaardig experiment uitgevoerd door
National Geographic en wel met mensen in plaats van apen.
Een proefpersoon loopt een wachtkamer van een dokter binnen die vol zit met
nep patiënten (acteurs). Telkens als er een bel klinkt, staan alle fake
patiënten even recht en gaan dan weer zitten. Nadat dit proces zich een paar
keer heeft herhaald, worden de nep patiënten langzaam één voor één
verwijderd totdat alleen de proefpersoon overblijft. Dan worden één voor één
nieuwe (onwetende) proefpersonen geïntroduceerd. Het experiment tracht de
volgende vragen te beantwoorden:
a) Zal de oorspronkelijke proefpersoon opstaan bij de bel zonder te weten
waarom?
b) Blijven de proefpersonen opstaan ook wanneer zij alleen in de kamer zijn?
c) Zullen ze dit gedrag ook aan de nieuwe proefpersonen aanleren?
b) Blijven de proefpersonen opstaan ook wanneer zij alleen in de kamer zijn?
c) Zullen ze dit gedrag ook aan de nieuwe proefpersonen aanleren?
Het antwoord op alle drie lijkt ja te zijn.
Hoewel dit sociaal experiment veel minder wetenschappelijk is dan de eerste
vier, wordt het hier toch vermeld. Bovenstaande video van het experiment
registreert niet enkel het conformerende gedrag, maar beschrijft het als
mogelijk heilzaam. Er wordt aan toegevoegd dat kuddegedrag levens redt in
het wild en dat het toont 'hoe de mens leert socialiseren'. Vreemd en
interessant. Het apenexperiment wat nooit heeft plaatsgevonden, wordt
gebruikt om te leren over de gevaren van kuddementaliteit. En het experiment
met de wachtkamer mensen is wel reëel maar wordt gebruikt om het idee te
verkopen dat kuddementaliteit wel degelijk bestaat, maar in potentie een
goede zaak is. Is het mogelijk dat het hele experiment in scène is gezet,
gewoon om conformiteit te normaliseren?
Corrupte media
Corrupte media
De mensen aan de top, diegenen die de wereld (proberen te) sturen, alsook
de big companies, de marketing managers en alle grote spelers op de
markt, ze kennen allemaal bovenstaande en onderstaande experimenten. Ze weten hoe de menselijke
geest werkt en hoe kudde mentaliteit ontstaat. Ze gebruiken deze
psychologische fenomenen om verkoopcijfers te verhogen of om hun agenda op
te dringen.
° Ze weten dat ze de meeste mensen alles kunnen laten doen wanneer ze hen
verzekeren dat ze niet verantwoordelijk zullen worden gehouden (militairen in een oorlog bvb).
° Ze weten dat ze erop kunnen vertrouwen dat de meeste mensen elke macht die ze krijgen uiteindelijk zullen misbruiken.
° Ze weten dat de meeste mensen uiteindelijk geloven dat ze machteloos zijn wanneer ze voortdurend slecht en onderdrukkend behandeld worden.
° Ze weten dat ze erop kunnen vertrouwen dat de meeste mensen elke macht die ze krijgen uiteindelijk zullen misbruiken.
° Ze weten dat de meeste mensen uiteindelijk geloven dat ze machteloos zijn wanneer ze voortdurend slecht en onderdrukkend behandeld worden.
° Ze weten dat groepsdruk veel mensen op andere gedachten zal brengen, zelfs
tegenover de onloochenbare realiteit, vooral als men ze het gevoel geeft dat
ze er helemaal alleen voor staan.
° Ze weten dat wanneer men bepaalde mensen slechts een kleine beloning geeft voor het volbrengen van een taak, ze hun eigen psychologische rechtvaardiging zullen verzinnen om die taak op zich te nemen.
° Ze weten dat de meeste mensen gedachteloos zullen doen wat iedereen doet, zonder ooit om een reden te vragen of zelf na te denken.
° Ze weten dat wanneer iets vaak genoeg herhaald wordt, de meeste mensen het ook zullen geloven een aanvaarden, zelfs al is het een immense leugen (zoals Covid, 9/11 of het klimaatverhaal).
° Ze weten dat wanneer men bepaalde mensen slechts een kleine beloning geeft voor het volbrengen van een taak, ze hun eigen psychologische rechtvaardiging zullen verzinnen om die taak op zich te nemen.
° Ze weten dat de meeste mensen gedachteloos zullen doen wat iedereen doet, zonder ooit om een reden te vragen of zelf na te denken.
° Ze weten dat wanneer iets vaak genoeg herhaald wordt, de meeste mensen het ook zullen geloven een aanvaarden, zelfs al is het een immense leugen (zoals Covid, 9/11 of het klimaatverhaal).
Ze weten dit en ze gebruiken die kennis de hele tijd. Elke reclame die men
ziet, elk artikel wat men leest, elke film die wordt uitgebracht, elk item
op het nieuws, elke virale social media post, elke trending hashtag, elke
oorlog, elke pandemie, elke krantenkop. Ze zijn allemaal gemaakt met deze
principes in gedachten om specifieke emotionele reacties uit te lokken die
het gedrag en de overtuigingen sturen. Zo werken de media, niet om mensen te
informeren, of te vermaken... maar om iedereen te conformeren, te sturen en
te controleren. Daarom wordt vaak gezegd dat we in een tijd leven
van 'psychologische oorlogsvoering' gericht tegen de mensheid. Een hele hoop
psychosociale technieken worden daarbij ingezet. Men noemt dit ook social design, namelijk het ontwerpen van een toekomstige maatschappij via
psycho-sociale ingrepen (met name de beïnvloeding van het collectieve
veld) en social engineering operaties gebaseerd op een politieke agenda. Hier zijn er enkele...
° Gaslighting
° Voorspellend programmeren
° Verdeel en heers (orde uit chaos) (zie exp. 14)
° Hegeliaanse dialectiek (probleem-reactie-oplossing of synthese-antithese)
° Cognitieve dissonantie (zie exp. 4)
° False flag operaties
° Massa hypnose
° Gaslighting
° Voorspellend programmeren
° Verdeel en heers (orde uit chaos) (zie exp. 14)
° Hegeliaanse dialectiek (probleem-reactie-oplossing of synthese-antithese)
° Cognitieve dissonantie (zie exp. 4)
° False flag operaties
° Massa hypnose
°
Mindcontrol (via media, TV en Hollywood)
° Social engineering & social design
° Gecontroleerde oppositie
° Neurolinguïstisch programmeren (NLP)
° Aangeleerde hulpeloosheid (zie exp. 11)
° Mentaal emotionele conditionering (zie exp. 12 en 13)
° Gecontroleerde oppositie
° Neurolinguïstisch programmeren (NLP)
° Aangeleerde hulpeloosheid (zie exp. 11)
° Mentaal emotionele conditionering (zie exp. 12 en 13)
Bonus: Günther Anders
In 1956 schreef de Duits-Joodse filosoof Günther Anders deze vooruitziende gedachte.
Om een eventuele opstand vooraf te onderdrukken, is het belangrijk om geen geweld te gebruiken. Archaïsche methoden zoals die van Hitler zijn duidelijk achterhaald. Het is genoeg om een collectieve conditionering te creëren die zo krachtig is dat het idee van opstand niet eens bij mensen opkomt. Het ideaal zou zijn om individuen vanaf hun geboorte te formatteren door hun aangeboren biologische vaardigheden te beperken.
Vervolgens zou de conditionering worden voortgezet door het niveau en de kwaliteit van het onderwijs drastisch te verlagen, tot een vorm van beroepsintegratie. Een ongeschoold individu heeft slechts een beperkte denkhorizon en hoe meer zijn denken beperkt is tot materiële, middelmatige zorgen, hoe minder hij in opstand kan komen. Men moet ervoor zorgen dat de toegang tot kennis steeds moeilijker en elitairder wordt, dat de kloof tussen het volk en de wetenschap groter wordt, dat de voor het grote publiek bestemde informatie van elke subversieve inhoud wordt ontdaan. Vooral geen filosofie. Ook hier moeten we overredingskracht gebruiken en geen direct geweld: we zullen massaal, via de televisie, geestdodend amusement uitzenden, altijd het emotionele, het instinctieve vleiend.
De geest zal bezig zijn met wat zinloos en speels is. Het is goed om met onophoudelijk geklets en muziek te voorkomen dat de geest vragen stelt, nadenkt en reflecteert. Seksualiteit wordt op de voorgrond geplaatst van menselijke belangen. Als sociale verdoving is er niets beters. In het algemeen zal de ernst van het leven verbannen worden, alles van hoge waarde zal belachelijk gemaakt worden, een constante verontschuldiging voor lichtheid zal gehandhaafd worden, zodat de euforie van reclame en consumptie de norm van het menselijk geluk en het model van vrijheid zal worden.
De conditionering zal dus een zodanige integratie teweegbrengen dat de enige angst (die in stand moet worden gehouden) die zal zijn van uitsluiting van het systeem en dus van geen toegang meer tot de materiële voorwaarden die nodig zijn voor geluk. De aldus geproduceerde massamensen moeten worden behandeld als wat zij zijn: een product, een kalf, en zij moeten worden gecontroleerd zoals een kudde dat moet worden. Alles wat zijn luciditeit, zijn kritische geest, kan verdoven is sociaal goed; alles wat het zou kunnen opwekken moet worden bestreden, belachelijk gemaakt, verstikt.
Elke doctrine die het systeem uitdaagt moet eerst als subversief en terroristisch worden bestempeld en degenen die deze doctrine steunen moeten vervolgens als zodanig worden behandeld.
(Günther Anders, The Obsolescence of Humankind, 1956)
Bonus 2: nog meer bekende experimenten
06. Het racisme experiment
Dit beroemde experiment is geïnspireerd door de moord op Dr. Martin Luther King. Lerares Jane Elliott ontwikkelt een psychologisch experiment om haar blanke leerlingen uit de derde klas de effecten van racisme en vooroordelen te laten begrijpen. Jane verdeelt haar klas in twee aparte groepen: leerlingen met blauwe ogen en leerlingen met bruine ogen. De blauwogige groep wordt bestempeld als de superieure groep en krijgt bepaalde privileges, waardoor de bruinogige kinderen de minderheidsgroep vertegenwoordigen. Ze ontmoedigt de groepen om met elkaar om te gaan en wijst individuele leerlingen aan om de negatieve eigenschappen van de kinderen in de minderheidsgroep te benadrukken. Uit deze oefening blijkt dat het gedrag van de kinderen vrijwel onmiddellijk verandert. De groep blauwogige leerlingen presteert academisch beter en begint zelfs met pestgedrag tegenover hun bruinogige klasgenoten. De bruinogige groep krijgt minder zelfvertrouwen en presteert slechter op school. De volgende dag draait ze de rollen van de twee groepen om en worden de blauwogige leerlingen de minderheidsgroep. Aan het eind van het experiment zijn de kinderen zo opgelucht dat ze elkaar omhelzen en het erover eens zijn dat mensen niet moeten worden beoordeeld op basis van uiterlijke kenmerken. Deze oefening is sindsdien vele malen herhaald met soortgelijke resultaten.
07. Het Bobo Doll agressie experiment
Dit experiment bevestigt de vaststelling van gerechtspsychologen dat gewelddadige volwassenen (moordenaars, verkrachters, agressievelingen) vaak zelf een gewelddadige jeugd hadden waarin ze mishandeld werden. Het kan ook licht werpen op de negatieve invloed van gewelddadige videogames op de jongeren. In het begin van de jaren zestig ontstond een groot debat over de manier waarop genetica, omgevingsfactoren en sociaal leren de ontwikkeling van een kind bepalen. Dit debat duurt nog steeds voort en is gekend als het 'Nature vs. Nurture' debat. Albert Bandura voerde het Bobo Doll experiment uit om te bewijzen dat menselijk gedrag grotendeels gebaseerd is op sociale imitatie en niet op erfelijke genetische factoren.
In zijn baanbrekende studie verdeelde hij de deelnemers in drie groepen: één werd blootgesteld aan een video van een volwassene die agressief gedrag vertoont tegenover een Bobo pop; een andere werd blootgesteld aan een video van een passieve volwassene die met de Bobo pop speelt; en de derde groep vormde een controlegroep. De kinderen bekeken de hun toegewezen video en werden vervolgens naar een kamer gestuurd met dezelfde pop die zij in de video hadden gezien (met uitzondering van de kinderen in de controlegroep). Wat de onderzoeker ontdekte was dat kinderen blootgesteld aan het agressieve model eerder geneigd waren zelf agressief gedrag te vertonen tegenover de pop, terwijl de andere groepen weinig agressief gedrag imiteerden. Bij de kinderen die werden blootgesteld aan het agressieve model, was het aantal afgeleide fysieke agressies 38,2 bij de jongens en 12,7 voor de meisjes.
Uit de studie bleek ook dat jongens meer agressie vertoonden wanneer zij werden blootgesteld aan agressieve mannelijke modellen dan jongens die werden blootgesteld aan agressieve vrouwelijke modellen. De resultaten betreffende genderverschillen ondersteunden Bandura's secundaire voorspelling dat kinderen sterker beïnvloed worden door modellen van hetzelfde geslacht.
08. Het valse geheugen experiment
Elizabeth Loftus en John Palmer wilden bewijzen hoe misleidend herinneringen kunnen zijn. Het auto-ongeluk experiment van 1974 was bedoeld om na te gaan of een bepaalde formulering van de vragen het geheugen van de deelnemers kon beïnvloeden door hun herinneringen aan een bepaalde gebeurtenis te verdraaien.
De deelnemers bekeken dia's van een auto-ongeluk en werden gevraagd te beschrijven wat er was gebeurd alsof ze ooggetuigen van de gebeurtenis waren. De deelnemers werden in twee groepen verdeeld en elke groep werd ondervraagd in verschillende bewoordingen, zoals 'hoe hard reed de auto op het moment van de botsing?' versus 'hoe hard reed de auto toen hij tegen de andere auto botste?'. De onderzoekers ontdekten dat het gebruik van verschillende werkwoorden de herinneringen van de deelnemers aan het ongeval beïnvloedde, waaruit blijkt dat het geheugen makkelijk kan worden beïnvloed.
Dit onderzoek suggereert dat het geheugen makkelijk kan worden gemanipuleerd door de vraagtechniek, wat betekent dat informatie die na de gebeurtenis wordt verzameld, kan samenvloeien met het oorspronkelijke geheugen, waardoor een onjuiste herinnering of een reconstructief geheugen ontstaat. Het toevoegen van valse details aan een herinnering van een gebeurtenis wordt nu confabulatie genoemd. Dit concept heeft zeer belangrijke implicaties voor de vragen die worden gebruikt bij politieverhoren van ooggetuigen.
09. Robert Fantz kijkkamer experiment - toont aan dat baby's (2 maanden oud) bepaalde patronen herkennen en de voorkeur geven aan menselijke gezichten.
10. Het Hawthorne effect - beschrijft de realiteit dat mensen die worden geobserveerd gewoonlijk beter presteren dan degenen die niet worden geobserveerd. Mensen passen hun gedrag aan als ze gemonitord worden (bvb. door de vele camera's in het straatbeeld).
11. Aangeleerde hulploosheid experiment (Martin Seligman) - toont aan dat een mens of een dier niet probeert om uit een negatieve situatie te komen omdat het verleden hem heeft geleerd dat hij hulpeloos is en alle pogingen zinloos zijn.
13. Het Pavlov experiment (Ivan Pavlov) - deze theorie werd bekend als klassieke conditionering en houdt in dat men een ongeconditioneerde stimulus die een bepaalde reactie teweegbrengt (d.w.z. een reflex) leert associëren met een nieuwe (geconditioneerde) stimulus, zodat de nieuwe stimulus dezelfde reactie teweegbrengt. Men associeert dus een aanvankelijk neutrale prikkel met een betekenisvolle prikkel. Klassieke conditionering wordt vaak gebruikt door reclamemakers. Door
het koppelen van een product aan een stimulus
die positieve gevoelens opwekt probeert men om die positieve gevoelens
van die stimulus over te zetten naar het product, zodat de kans toeneemt
dat het product gekocht zal worden. Bijvoorbeeld reclame voor
parfums waarbij aantrekkelijke mannen en vrouwen getoond worden.
14. Het Robber's Cave experiment (Muzafer Sherif) - toont aan dat er heel snel conflicten ontstaan wanneer men mensen verdeeld in groepen. En er is heel weinig nodig om tussen twee groepen vijandigheid uit te lokken. Maar het experiment toont ook aan dat verzoening tussen 2 groepen heel snel kan gebeuren wanneer ze door gemeenschappelijke doelen verbonden worden.
15. Het valse consensus effect (Lee Ross) - dit experiment toont de illusie van unanimiteit aan. Het is een cognitieve denkfout waardoor iemand er van uitgaat dat anderen hetzelfde denken en doen als wat hijzelf denkt en doet. En dat andere mensen dezelfde normen en waarden, dezelfde geloofsovertuiging, dezelfde visie enz. hanteren als hijzelf. Mensen verschillen veel sterker van elkaar dan men aanneemt. Ga niet uit van veronderstellingen en groepsdenken.
16. Het gorilla experiment (Daniel Simons) - het experiment toont dat mensen vaak hun vermogen tot effectief multi-tasken overschatten. Men spreekt ook van selectieve aandacht: wanneer mensen zich met één taak bezighouden, kunnen ze zo sterk gefocust zijn dat ze andere belangrijke details missen.
17. Het surrogaat moeder experiment (Harry Harlow) - het experiment (met apen) toont dat lichaamscontact en liefde veel belangrijker zijn voor de ouder/kind relatie dan het voorzien in de basisbehoeften (voedsel, water,...).
18. Het Halo effect (Richard E Nesbitt) - dit is een denkfout waarbij mensen (onbewust) een beeld vormen van iemands persoonlijkheid of karakter, gebaseerd op 1 (niet gerelateerde) eigenschap. Het is de neiging om een persoon (of organisatie, product, enz.) positief te beoordelen, gebaseerd op slechts één positief aspect. En de manier waarop mensen zich een mening over anderen of over producten vormen, is sterk afhankelijk van de eerste indruk die ze ervan krijgen. Waarbij de fysiek aantrekkelijke mensen meer kans hebben om een positieve indruk na te laten. Maar zoals de spreuk gaat: don't judge a book by its cover.
14. Het Robber's Cave experiment (Muzafer Sherif) - toont aan dat er heel snel conflicten ontstaan wanneer men mensen verdeeld in groepen. En er is heel weinig nodig om tussen twee groepen vijandigheid uit te lokken. Maar het experiment toont ook aan dat verzoening tussen 2 groepen heel snel kan gebeuren wanneer ze door gemeenschappelijke doelen verbonden worden.
15. Het valse consensus effect (Lee Ross) - dit experiment toont de illusie van unanimiteit aan. Het is een cognitieve denkfout waardoor iemand er van uitgaat dat anderen hetzelfde denken en doen als wat hijzelf denkt en doet. En dat andere mensen dezelfde normen en waarden, dezelfde geloofsovertuiging, dezelfde visie enz. hanteren als hijzelf. Mensen verschillen veel sterker van elkaar dan men aanneemt. Ga niet uit van veronderstellingen en groepsdenken.
16. Het gorilla experiment (Daniel Simons) - het experiment toont dat mensen vaak hun vermogen tot effectief multi-tasken overschatten. Men spreekt ook van selectieve aandacht: wanneer mensen zich met één taak bezighouden, kunnen ze zo sterk gefocust zijn dat ze andere belangrijke details missen.
17. Het surrogaat moeder experiment (Harry Harlow) - het experiment (met apen) toont dat lichaamscontact en liefde veel belangrijker zijn voor de ouder/kind relatie dan het voorzien in de basisbehoeften (voedsel, water,...).
18. Het Halo effect (Richard E Nesbitt) - dit is een denkfout waarbij mensen (onbewust) een beeld vormen van iemands persoonlijkheid of karakter, gebaseerd op 1 (niet gerelateerde) eigenschap. Het is de neiging om een persoon (of organisatie, product, enz.) positief te beoordelen, gebaseerd op slechts één positief aspect. En de manier waarop mensen zich een mening over anderen of over producten vormen, is sterk afhankelijk van de eerste indruk die ze ervan krijgen. Waarbij de fysiek aantrekkelijke mensen meer kans hebben om een positieve indruk na te laten. Maar zoals de spreuk gaat: don't judge a book by its cover.
19. Het derde golf experiment (Ron Jones) - the Third Wave was een sociaal experiment opgestart door geschiedenisleraar Ron Jones om uit te leggen aan zijn leerlingen hoe het mogelijk was dat de Duitse bevolking het dictatoriale naziregime zo makkelijk kon aanvaarden.
20. Het facebook experiment - een experiment op zo'n 700.000 FB gebruikers toont aan dat social media in staat zijn om iemand gelukkiger of droeviger te laten voelen. Men noemt dit 'emotionele besmetting'. Emoties uitgedrukt door vrienden, via online sociale netwerken, beïnvloeden onze eigen stemmingen. Dit is het eerste experimentele bewijs voor grootschalige emotionele besmetting via sociale netwerken.
20. Het facebook experiment - een experiment op zo'n 700.000 FB gebruikers toont aan dat social media in staat zijn om iemand gelukkiger of droeviger te laten voelen. Men noemt dit 'emotionele besmetting'. Emoties uitgedrukt door vrienden, via online sociale netwerken, beïnvloeden onze eigen stemmingen. Dit is het eerste experimentele bewijs voor grootschalige emotionele besmetting via sociale netwerken.
Geen opmerkingen
Een reactie posten