De toename van gluten allergieën en
coeliakie
is opvallend. Men kan spreken van een epidemie. Bij kinderen is het
percentage de laatste decennia verviervoudigd. Volgens
gezondheidsorganisaties wordt coeliakie niet altijd herkend en is
'sterk ondergediagnosticeerd'. Met andere woorden, de meeste mensen
die aan glutenallergie en glutenintolerantie lijden, krijgen niet de juiste
diagnose noch behandeling en sukkelen verder met allerlei milde tot ernstige
symptomen.
Coeliakie en glutenallergie zijn twee verschillende reacties van het lichaam. Coeliakie is een chronische darmaandoening waarbij men overgevoelig is voor gluten. Het lichaam maakt dan afweerstoffen aan tegen een bepaald gluteneiwit. Die antilichamen beschadigen het slijmvlies van de dunne darm. Daardoor verdwijnen de normale darmvlokken en wordt de darm 'glad' waardoor minder voedingsstoffen opgenomen worden en er tekorten ontstaan. Coeliakie is dus een auto-immuunziekte en dat is iets anders dan een allergie, wat een reactie van het afweersysteem is. Er zijn verschillende soorten glutenallergieën en - intoleranties. Bij allergie en coeliakie zijn verschillende epitopen betrokken (een epitoop is een molecuul wat door antilichamen wordt herkend). Glutenovergevoeligheid is pas onlangs ontdekt, en het traject wordt nog steeds niet goed begrepen. De enige behandeling voor coeliakie is een glutenvrij dieet.
Moderne tarwe
Het gehalte aan mineralen in moderne tarwesoorten is aanzienlijk
gedaald, waaronder het ontbreken van koper, ijzer, magnesium, mangaan,
fosfor, selenium en zink. Een decennialange selectie en veredeling van de
tarwecultivars gericht op een hoge opbrengst en andere parameters heeft
geleid tot een daling van het eiwit- en mineralengehalte en een verlies aan
voedingswaarde en smaak. Moderne tarwe heeft niets meer te maken met de
oorspronkelijke tarwe van weleer. Het gebruik van landbouwchemicaliën bij de
teelt van tarwe veroorzaakt ook ernstige milieuvervuiling. Moderne
tarwevariëteiten leveren weliswaar hoge opbrengsten in de agrochemische
monocultuur systemen, maar ze hebben een inferieure bakkwaliteit en een laag
tot onbestaand mineralengehalte.
Het Broadbalk Wheat Experiment, wat meer dan een eeuw duurde, heeft de achteruitgang in de voedingswaarde van moderne tarwe gedocumenteerd. Sinds 1843 verbouwen onderzoekers tarwe op parallelle percelen. Elk jaar wordt de oogst getest op de voedingswaarde. De bevindingen zijn alarmerend. Hoewel de opbrengst in 1968 plotseling steeg toen dwergtarwe werd geïntroduceerd, daalde de voedingswaarde met 18 tot 29 procent wat betreft het gehalte aan mineralen zink, ijzer, koper, magnesium, fosfor, mangaan, zwavel en calcium. Moderne tarwe is 'leeg', en die lage voedingswaarde doet de consument snakken naar meer calorieën want het lichaam krijgt niet langer de nodige voedingsstoffen binnen via brood, pasta, gebak en andere tarweproducten.
Groene revolutie
De
Groene Revolutie
is de naam voor de technologische sprong in de landbouw die begon vanaf 1960
maar reeds gelanceerd en voorbereid werd in 1943 door de Rockefeller
Foundation. Tot die tijd gebruikten de bestaande traditionele
landbouwsystemen evenwichtige polyculturen van graan, peulvruchten en
groenten die geteeld werden op dierlijke mest. Deze systemen werden
verdreven door de Groene Revolutie die kiest voor een andere aanpak en
gebaseerd is op 5 elementen: grote monocultuur velden, grote hoeveelheden
kunstmest en bestrijdingsmiddelen, hoogproductieve (gmo) rassen (waaronder
dwergtarwe), nieuwe irrigatietechnieken en een fel doorgedreven mechanisatie
(tegenwoordig zelfs volledig geautomatiseerd en digitaal gestuurd, van het
zaaien tot het oogsten).
Deze Groene Revolutie heeft de voedingsgewoonten enorm veranderd zonder dat
veel mensen daar echt bewust van zijn. Hoewel er nu meer opbrengst is en
minder mensen sterven van de honger, toch worden steeds meer mensen
getroffen door ondervoeding (ook in het rijke westen), omwille van een
tekort aan mineralen en vitaminen vanwege het verarmde voedsel geteeld op
dode grond. Daar komt nog bij dat de moderne maalmethoden die gebruikt
worden bij de commerciële productie van witte bloem, precies die delen van
de tarwekorrel verwijderen (zemelen, kiemen en korrels) die het rijkst zijn
aan proteïnen, vitaminen, vetten en mineralen. Dit levert een product op met
een tekort aan voedingsstoffen wat zo ver verwijderd is van zijn
oorspronkelijke vorm dat het lichaam het in feite ziet als een vreemde
substantie. Het wordt door het lichaam (en het immuunsysteem) gezien als een
irriterende stof met weinig voedingswaarde. Zulke tarweproducten kunnen een
milde chronische vorm van ontsteking veroorzaken die zich manifesteert als
glutenintolerantie, lekkende darm, een opgeblazen gevoel, winderigheid,
chronische infecties, allergieën en zelfs auto-immuunziekten indien de
ontsteking maar blijft duren.
Volgens Dr. van den Broeck wordt het immuunsysteem gestimuleerd door gluteneiwitten. Eenmaal getriggerd, verandert het immuunsysteem het slijmvlies van de dunne darm, dat geleidelijk afvlakt en symptomen veroorzaakt van diarree, ondervoeding, en slechte opname van voedingsstoffen. Niet alle coeliakie patiënten hebben een afgeplat slijmvlies. Coeliakie kan ook voorkomen zonder vervlakking van het slijmvlies, wat dan latente coeliakie wordt genoemd. Maar elke patiënt is anders. Sommigen worden bij wijze van spreken al ziek bij het zien van een hap brood, terwijl anderen een pizza per week kunnen eten zonder al te grote klachten.
De verborgen gluten in de voeding vormen een ernstig probleem. De moderne gluten zitten niet enkel in brood, pasta, koeken en gebak, maar zijn ook verborgen in veel voedingsmiddelen, waaronder soepen, sauzen, vleesproducten, aardappelchips, snoep, ijs, en zelfs in medicijnen en vitaminesupplementen, vanwege de nuttige hechtende eigenschappen. Gluten worden bijvoorbeeld toegevoegd aan aardappelchips om smaken te hechten. Wie rondloopt met klachten en geen duidelijke oorzaak weet, kan eens proberen om enkele weken alle tarweproducten en supermarktvoedsel te schrappen en zien hoe het fysieke lichaam reageert.
Samenvattend
De belangrijkste nadelen van moderne tarwe, industriële melen
en het brood van de bakker.
4. Fytinezuur zit in granen (en noten en peulvruchten). Het is
bekend dat fytinezuur de opname van mineralen zoals ijzer, zink, magnesium
en calcium kan verhinderen, doordat het bindende eigenschappen heeft. Bij
overdadige consumptie van graanproducten (elke dag brood of pasta
bijvoorbeeld) kan dus een mineralentekort ontstaan. Men kan het fytinezuur
laten afnemen door granen te weken, te fermenteren of te laten kiemen.
Alternatieven voor moderne tarwe (en koolhydraten)
Die zijn er alvast genoeg. Koolhydraten (zetmeel en suikers)
uit bijvoorbeeld tarwe worden in de darmen omgezet in glucose. Dat komt in
het bloed als bloedsuiker en dient als brandstof voor het lichaam.
Sommige koolhydraten worden sneller omgezet in bloedsuiker dan andere. Men
spreekt van enkelvoudige koolhydraten (monosachariden) en meervoudige
(polysachariden). Er zijn dus ‘snelle’ en ‘langzame’ koolhydraten. Hoe
langzamer de bloedsuiker stijgt, hoe beter. Wanneer de bloedsuiker
voortdurend snel stijgt en daalt, dan verhoogt het risico op diabetes type
2. Snelle koolhydraten zijn bijvoorbeeld frisdranken, suikerwaren,
geraffineerde producten, 'light' producten, wit meel, wit brood, witte rijst, koeken,
snoep,... Die zijn te mijden. Langzame koolhydraten zijn te verkiezen en
staan hieronder. Kies bij voorkeur biologisch geteelde en ongeraffineerde
producten. De 'glutenvrije' producten die in bio- en dieetwinkels worden
verkocht, zijn te mijden. Ze zitten vol met rommel en additieven en horen
thuis bij de afdeling junkfood.
Tarweproducten leveren dus
koolhydraten die, samen met eiwitten en vetten, energie geven aan het
lichaam. Het is belangrijk om de juiste soort koolhydraten te
kiezen (polysachariden) en ook de juiste hoeveelheid want teveel
koolhydraten innemen leidt tot overgewicht gezien de extra calorieën
worden opgeslagen als lichaamsvet. Het typische westerse voedingspatroon
bevat in ieder geval veel teveel koolhydraten en dan nog de verkeerde vorm
(snelle suikers). In plaats van producten gemaakt met moderne tarwe kan
men kiezen voor onderstaande alternatieven.
1. Oude tarwesoorten die weinig of niet veredeld zijn. Ze bevatten wel gluten, maar minder dan de moderne tarwe. Opgelet: vanwege de gluten mogen mensen met coeliakie de granen uit nr. 1 en nr. 2 niet eten. Mensen die niet overgevoelig zijn voor gluten kunnen in plaats van moderne tarwe kiezen voor de oude rassen zoals Emmertarwe (de oervader van de harde tarwe), Eenkoren, Khorasan tarwe (Kamut) of Spelt. Zoek naar een eerlijke, kleinschalige producent en gebruik een handmolen of keukenrobot om zelf meel te maken van de volledige graankorrel en jouw eigen brood te bakken. Andere alternatieven voor meel: amandelmeel, kokosmeel, kikkererwtenmeel, kastanjemeel,..
2. Andere graansoorten mét gluten: Rogge en Gerst.
3.
Graan- en grassoorten zonder gluten: Rijst, Haver, Boekweit,
Gierst, Sorghum, Quinoa, Maïs, Teff, Amarant.
4. Andere planten (bronnen voor goede, langzame koolhydraten): Peulvruchten, Bonen, Linzen, Soya, Tapioca (Maniokwortel), Bataat (Zoete aardappel), Pompoen, Pastinaak, Topinamboer (Aardpeer), Banaan, Appel, Peer, Noten, Zaden, Pitten, en nog veel meer.
Research:
° PubMed PMC5025969 -> The opioid effects of gluten exorphins: asymptomatic celiac disease
° PubMed PMID6099562 -> Demonstration of high opioid-like activity in isolated peptides from wheat gluten hydrolysates
° PubMed PMC4743586 -> Wheat allergy: diagnosis and management
° PubMed PMID18823308 -> Allergens to wheat and related cereals
Zie ook:
°
Gezonde darmen - via gefermenteerde voeding
°
De poepwijzer
Geen opmerkingen
Een reactie posten