14/10/2021

Verhoogde bedden overzicht

In dit bericht een overzicht van verschillende tuinbouwtechnieken die verhoogde bedden of terpen gebruiken om voedsel te telen en waaruit men kan kiezen al naar gelang het doel en de context. Een plantenbed of 'permacultuurheuvel' is in feite een afgebakend en verhoogd groeimedium dat door zijn hoogte, vorm, randen en interne samenstelling een hulp kan zijn bij bepaalde tuinprojecten waaronder groenteteelt.

Algemene voordelen

De voordelen van het creëren van een verhoogd teeltgebied zijn afhankelijk van de gekozen techniek. Hier zijn enkele algemene voordelen.

° Een betere afvoer van het overtollige water, dus een goede drainage.
° Een grotere bodemdiepte waardoor een sterke beworteling alle kansen krijgt.
° Het verhoogde teeltbed wordt nooit betreden, dus de grond blijft los en luchtig en wordt niet vast getrapt.
° De grond wordt (bij voorkeur) niet bewerkt noch gespit waardoor het bodemleven en de vruchtbaarheid van de bodem optimaal worden.
° Een verhoogd en afgebakend bed is makkelijk te bedekken met mulch en er is minder belasting voor de rug (staand tuinieren).
° Het teelt- en het groeiseizoen worden langer.
° Het onderhoud is makkelijk, voortdurend mulchen beschermt het bed en verhoogt de vruchtbaarheid.
° De ondergrondse samenstelling van het bed garandeert voldoende voedingsstoffen en vocht voor de planten, soms gedurende jaren (afhankelijk van de gekozen methode).
° Door randen en microklimaten te creëren verhoogt men de biodiversiteit.
° Het brengt volume en afwisseling in de tuin en biedt de mogelijkheid tot het aanbrengen van een persoonlijke, speelse toets.

Enkele nadelen

° Het aanleggen van (goede) bedden vraagt (veel) tijd, energie en werk.
° Er is veel organisch materiaal nodig afkomstig uit diverse materialen.
° Het kan contraproductief werken afhankelijk van de site (bvb. bij veel wind, grote hitte,...).
° Kleine dieren (woelmuizen) en pestinsecten kunnen zich nestelen in het bed en schade veroorzaken.
° Bij permanente bedden dient men de vruchtbaarheid op peil te houden door om de zoveel tijd de ondergrond te vernieuwen.
° Bij permanente bedden is ook vruchtwisseling aan te raden.


Enkele bekende soorten bedden in de permacultuur

Onderstaande lijst is niet volledig. Ook kan men bepaalde methodes en technieken creatief aanpassen, combineren en personaliseren afhankelijk van de plaats en het project.

1. Bio-intensieve bedden voor tuinbouw

Deze bedden zijn interessant voor professionele doeleinden gezien ze bij goed beheer heel productief zijn qua opbrengst per m2. Ze vereisen wel een degelijke kennis van tuinieren, vruchtwisseling, planning, compostbeheer en plantdichtheid, alsmede specifieke gereedschappen en toestellen (zaaimachines, enz.) om het gebruik ervan te optimaliseren. Deze techniek is minder aan te raden voor beginners en amateur tuiniers die een kleinschalige productie voor eigen gebruik wensen. Deze bedden zijn eerder gericht op productie en efficiëntie, bvb. voor mensen die een winstgevend groenteteelt bedrijf willen runnen. De bedden worden gemaakt door de grond tot een dubbele spadediepte (ongeveer 50 cm) te bewerken (zonder de grondhorizonten te mengen). Dit dient om de grond te beluchten en de beworteling van de geteelde planten te vergemakkelijken. Vervolgens worden verschillende voedingsstoffen toegevoegd (compost, as, steenpoeder, mest en ander groen en bruin organisch materiaal) en verkrijgt men een 20 tot 30 cm hoge terp die ideaal is voor tuinbouw.



2. De klassieke afgeronde heuvelbedden

De opgehoogde bedden zijn 40 tot 60 cm hoog en tot 1 meter breed en bestaan hoofdzakelijk uit grond die verkregen wordt door het afgraven van de paden tussen de heuvels. Uiteraard zijn ze makkelijk aan te passen qua omvang volgens de eigen voorkeur en bedoeling van de tuinier. De helling mag niet te steil zijn anders kunnen de zaden er afspoelen bij regen of bewatering. Hetzelfde geldt voor de mulch, het kan nodig zijn om takken op de hellingen te leggen om de mulch op zijn plaats te houden. Dit type heuvel heeft de neiging vrij snel in te storten en verliest meestal bijna een derde van zijn hoogte tijdens één seizoen. Ze vereisen daarom regelmatig onderhoud om ze opnieuw te vormen. In een te droog en/of te winderig klimaat kan dit type heuvel snel contraproductief worden door een gebrek aan water.


3. De bedden van Philip Forrer


Philip Forrer is een wat ongewone tuinier die een eigen techniek ontwikkelde gebaseerd op een oude Afrikaanse methode. In onderstaand filmpje wordt de techniek gedetailleerd uitgelegd. De heuvels bestaan uit allerlei organisch materiaal waaronder rottend hout, dennennaalden, bladeren, keukenafval, takken, enz. Dit materiaal dient dan als voedselbron om de heuvel vruchtbaar te houden gedurende vele jaren. Deze techniek is ondertussen populair geworden in de (Franse) permacultuur wereld en zijn model wordt vaak blindelings gekopieerd. Dit is evenwel geen goed idee omdat iedere site en zone anders is, men dient te observeren en zich aan te passen aan de plek.

4. Hugelkultur met Sepp Holzer

De Hugelkultur heuvel bevat ook hout als basiselement, bij voorkeur grote takken en stammen die vers of minder rot zijn dan in de Philip Forrer heuvels. De Hugelkultur en Philip Forrer heuvels steunen op het principe van een langzame afbraak van het hout in de bodem in de loop der jaren. Zo krijgt men een voedingsrijke bodem met een relatief constante interne vochtigheidsgraad. De techniek is bij veel deskundigen omstreden omdat het hout wordt begraven onder lagen aarde en mulch. Wateroverlast en het ontstaan van een anaerobe (zuurstofarme) omgeving zijn in sommige gevallen te vrezen, omdat daardoor de afbraak van het hout kan worden belemmerd. Die afbraak kan alleen goed verlopen met behulp van schimmels, die allemaal aerobe organismen zijn (en dus zuurstof nodig hebben om te leven). Hugelkultur is bijzonder energie-intensief om op te zetten en niet geschikt voor elke tuin. Maar wanneer het bed goed is gemaakt, dan kan men dankzij deze techniek jarenlang overvloed genereren met weinig onderhoud. Hugelkultur werd populair door Sepp Holzer die het met succes toepast op zijn Oostenrijkse boerderij Krameterhof.


5. Sandwich heuvels met Robert Moretz

Deze Franse landbouwkundige ontwierp een eigen variant op de 'zelfvoedende' houtheuvel (zie 3 en 4) waarbij het bodemleven extra gevoed en gestimuleerd wordt door verschillende lagen in de heuvel te gebruiken. Om een 'sandwichheuvel' te maken, wordt de grond tot een diepte van ongeveer 30 cm uitgegraven en wordt de goede bovengrond verwijderd voor later gebruik. Verschillende takken van minder dan 7 cm breed (dus geen grote stammen zoals bij Hugelkultur en Philip Forrer) worden dan in de uitgegraven geul gelegd. De luchtgaten in deze laag worden zoveel mogelijk opgevuld met gehakt hout. Vervolgens komt er een mengeling van groen en droog organisch materiaal op (hooi, stro, bladeren, gemaaid gras, enz.). Ongeveer tien centimeter dik, goed aanduwen en grondig besproeien. Daar bovenop komt een laag compost en/of mest van ongeveer 5 cm. Bedek het geheel vervolgens met de apart gehouden bovengrond. Daarin kan men planten en zaaien. Steek tot slot op regelmatige afstanden trechters in de heuvel (bvb. plastic flessen waarvan de bodem is afgesneden) om de heuvel diep te besproeien. Bescherm het geheel met mulch. Om het 'recept' te verrijken kan men tussen de verschillende lagen houtas uit de kachel strooien, wat zorgt voor kalium, magnesium en fosfor. Een sandwichheuvel steekt ongeveer 35 cm boven de grond uit. Hij zakt geleidelijk weg en blijft over het algemeen tussen 3 en 5 jaar productief (afhankelijk van de grootte van de heuvel en het gebruikte hout). De rijke samenstelling heeft een stimulerend effect op de gewassen, vooral in het eerste jaar. Daar kan men van profiteren door in het begin 'gulzige' groenten te planten, zoals tomaten, courgettes, pompoenen, aubergines, paprika's, maïs, enz.

6. Het lasagne bed

Een andere variant op de 'zelfvoedende' heuvel is het lasagne bed. Het verschil is dat er geen kuil wordt gegraven die men opvult met houtstammen, maar dat men rechtstreeks op de grond werkt of zelfs in een container of bak. De techniek is gebaseerd op de compostering van organisch materiaal. Eerst maait men het gras en onkruid af en legt karton op de grond (om de opkomst van onkruid te verhinderen). Op het karton komen dan eerst een laag mest/compost en daarna verschillende lagen organisch materiaal, afgewisseld een laag groen materiaal (stikstof) en een laag bruin materiaal (koolstof). De bovenste laag is grond verrijkt met compost en afgedekt met mulch zoals stro of grasmaaisel. Vandaar de naam lasagne (wegens de verschillende lagen). Groen materiaal is grasmaaisel, keukenafval, tuinresten,...bruin materiaal is stro, takjes, houtsnippers, bladeren. Een lasagne bed is vrij makkelijk en zonder veel moeite op te zetten. Het kan worden gebruikt om snel een groeimedium te creëren, zelfs op barre en rotsachtige gronden, op voorwaarde dat er voldoende organisch materiaal voorhanden is.


7. De sleutelgat tuin

Een sleutelgat tuin (keyhole garden) is een ingenieus Afrikaans concept aangepast aan een warm klimaat waar weinig water voorhanden is. Mits enkele aanpassingen kan het ook in andere klimaatzones gebruikt worden. Een sleutelgat tuin is meestal rond of ovaal van vorm en het wordt gebouwd uit makkelijk verkrijgbare en natuurlijke materialen (stenen, takken, organisch materiaal en grond). Het bed voorziet zichzelf van voedsel en vraagt weinig water. Het is een permanent groeimedium dus eenmaal geïnstalleerd zal het moeilijk te verplaatsen zijn. Het bed is 50 cm tot 1 meter hoog en wordt afgebakend door randen van steen, rotsen, houtstammen of enig ander beschikbaar materiaal. In het midden ervan bevindt zich een compostvat waardoor het bed voortdurend voorzien wordt van voedingsstoffen en een bepaalde vochtigheidsgraad kan aanhouden. Deze composteerruimte bevordert de ontwikkeling van talrijke bodemorganismen (ongewervelden, microfauna,...) die zorgen voor de circulatie van voedingsstoffen en water tussen de centrale composteerbak en het omringende plantensubstraat. Om makkelijk bij dit centrale compostvat te kunnen, wordt in de cirkel een opening gemaakt die het geheel de beroemde 'sleutelgat' vorm geeft. Het compostvat wordt regelmatig voorzien van keukenresten, grasmaaisel, herfstbladeren,...Voor de samenstelling van de grond in het bed kan men verschillende technieken gebruiken afhankelijk van de beschikbare middelen, bvb. een lasagne bed.


8. De kruidenspiraal

Een kruidenspiraal is een mooi voorbeeld van permacultuur waar efficiëntie, recyclage, esthetiek en nuttige planten samen een natuurlijk biotoop voor warmte minnende kruiden opleveren. De bedoeling is een heel pak kruiden op een compacte plaats samen te brengen in ideale omstandigheden. De vorm van de kruidenspiraal schenkt namelijk alle kruiden de nodige hoeveelheid zon, warmte en grondvochtigheid of schaduw, koelte en droogte, naargelang de plaats waar ze staan. Bovenaan en binnen in de spiraal staan de kruiden die veel zon en droge grond nodig hebben zoals rozemarijn, tijm, dragon en salie. De buitenste spiraal bevat planten die meer water en schaduw verkiezen zoals munt, bieslook, peterselie, viooltjes,... Kies een zonnige plek (5 uur zon per dag) dicht bij de keukendeur en dek de grond af met karton om ongewenste plantengroei te vermijden. Onder het karton kun je organisch materiaal leggen die extra voeding levert wanneer het karton verteert. Teken de spiraal uit op het karton en bouw daarop met stenen en rotsen een (licht aflopende) spiraal in klokwijzerzin (Noordelijk halfrond). Vul de spiraal op met een groeimedium (compost, humus, teelaarde,...) en plant de kruiden. Door de aflopende vorm stroomt het water vanzelf naar beneden waar de kruiden staan die veel vocht nodig hebben. Op het einde van de spiraal kun je ook nog een klein vijvertje voorzien als waterbiotoop. Extra kalk toevoegen kan nodig zijn omdat vele kruiden een kalkrijke grond verkiezen. De opgroeiende kruidenstruikjes kun je regelmatig insnoeien, zodat ze niet te houtig worden en elkaar niet verdringen. Maak de kruidenspiraal niet te klein (uitdroging), maar ook niet te groot zodat je makkelijk alle kruiden kunt oogsten (bvb. diameter 2,5 m). Je kunt er ook voor kiezen om een ingebouwde sproeier in het midden te zetten, waardoor alle kruiden makkelijk te sproeien zijn. Aan de zijkant kun je eventueel boomstammen (liefst eiken) zetten die je kunt enten met eetbare paddenstoelen. Behalve kruiden kun je natuurlijk ook een bloemenspiraal maken of een mengeling van bloemen en kruiden.

9. De mandala tuin

Een techniek geïnspireerd door de Oosterse religies waar een mandala een geometrisch patroon is wat vaak een spiritueel beeld symboliseert. Elke mandala tuin is uniek en biedt bij het ontwerp veel ruimte voor eigen creativiteit. Enkele voordelen:

° Dichte combinatie van gewassen in gevarieerde patronen die zorgen voor een verbetering van de bodemopbouw, ongediertebestrijding, makkelijke vruchtwisseling,...
° Maximalisatie van het randeffect (randen en overgangen worden als heel productieve zones en ecosystemen beschouwd in de permacultuur).
° Mooi en esthetisch, het toepassen van heilige geometrie.
° Ruimte winnen omdat de verhouding tussen pad en tuin minder is.
° Waterverspilling voorkomen.
° Overzichtelijk design en elke plant krijgt evenveel aandacht.
° In het midden komt vaak een waterpartij (water element), een hoogstam fruitboom of composthoop (vuur element)


10. Swales en hun bijhorende heuvels

Swales zijn uitgegraven geulen in het permacultuur landschap die tot wel meer dan honderd meter lang kunnen zijn. Hun bedoeling is om het afvloeiende water op te vangen, te stockeren en het langzaam in de bodem te laten insijpelen en zo erosie en verlies van voedingsstoffen te voorkomen. Het lijkt op een gracht, maar een gracht dient om overtollig water te laten wegvloeien, terwijl een swale het water ter plaatse wil houden. Deze geulen volgen de hoogtelijnen van een terrein om de opvang en infiltratie te optimaliseren en bestaan enerzijds uit een uitgegraven deel om het regenwater te verzamelen en anderzijds een naastliggende heuvel waar planten geteeld kunnen worden. Swales worden meestal machinaal aangelegd. Men begint met het traceren en markeren van de hoogtelijnen op een terrein. Dit kan met een eenvoudige Egyptische waterpas of met een elektronische waterpas. Langs deze lijn wordt een geul gegraven, waarvan de breedte en de diepte worden aangepast aan de context (bodem, helling, neerslag, enz.). De uitgegraven grond wordt gebruikt om een terp te maken vlak naast de swale. Die wordt vervolgens gestabiliseerd door het inzaaien van groenbemesting zoals klaver, luzerne, enz. Later wordt de heuvel een ideale plaats voor een grote verscheidenheid aan bomen, struiken en andere meerjarige gewassen, gezien hij een goede passieve irrigatie heeft en een aanzienlijke worteldiepte toelaat.


11. Strobalenheuvels

Dit zijn tijdelijke permacultuur heuvels die snel op te zetten zijn en erg handig wanneer men niet beschikt over grond (bvb. in de stad). Het is gebaseerd op de ontbinding van stro in een dicht opeengepakte bundel waarbij de strengen verticaal zijn geplaatst voor een betere water infiltratie en wortelpenetratie. Deze afbraak wordt in gang gezet door een sterke bevochtiging en de toevoeging van stikstofhoudende stoffen om de koolstofhoudende tendens van het stro tegen te gaan en de geteelde planten diverse voedingsstoffen te verschaffen. Dit type heuvel vereist onder meer organisch tarwestro (niet altijd makkelijk te vinden) en een watervoorraad in de buurt om de bundel vochtig te houden. Een strobalenheuvel is heel geschikt voor het verplanten van zaailingen maar minder geschikt voor direct zaaien. Ze vereisen wat toezicht, vooral om uitdroging te voorkomen.


12. Het container bed

Tot slot nog een bekende en vaak toegepaste techniek waarbij allerlei containers, potten en bakken gebruikt worden om de grond vast te houden. Deze bovengrondse kweekbakken zijn erg handig wanneer men niet over een tuin beschikt of bij vervuilde en 'ondankbare' grond. Het is ook vriendelijk voor de rug want men kan (half) staand tuinieren. Men kan ze makkelijk zelf maken in hout, metaal, bakstenen,...ofwel bestaande containers gebruiken. Bij het opvullen van de bakken kan men gebruik maken van de lasagne techniek.










Geen opmerkingen

Een reactie posten

© Anastha Aurora
Maira Gall