In dit bericht een overzicht van verschillende tuinbouwtechnieken die verhoogde bedden of terpen gebruiken om voedsel te telen en waaruit men kan kiezen al naar gelang het doel en de context. Een plantenbed of 'permacultuurheuvel' is in feite een afgebakend en verhoogd groeimedium dat door zijn hoogte, vorm, randen en interne samenstelling een hulp kan zijn bij bepaalde tuinprojecten waaronder groenteteelt.
Algemene voordelen
De voordelen van het creëren van een
verhoogd teeltgebied zijn afhankelijk van de gekozen techniek.
Hier zijn enkele algemene voordelen.
° Een betere afvoer van het
overtollige water, dus een goede drainage.
° Een grotere bodemdiepte
waardoor een sterke beworteling alle kansen krijgt.
° Het verhoogde teeltbed
wordt nooit betreden, dus de grond blijft los en luchtig en wordt niet
vast getrapt.
° De grond wordt (bij voorkeur) niet bewerkt noch gespit waardoor
het bodemleven en de vruchtbaarheid van de bodem optimaal worden.
° Een
verhoogd en afgebakend bed is makkelijk te bedekken met mulch en er is minder
belasting voor de rug (staand tuinieren).
° Het teelt- en het groeiseizoen
worden langer.
° Het onderhoud is makkelijk, voortdurend mulchen
beschermt het bed en verhoogt de vruchtbaarheid.
° De ondergrondse
samenstelling van het bed garandeert voldoende voedingsstoffen en vocht voor
de planten, soms gedurende jaren (afhankelijk van de gekozen methode).
°
Door randen en microklimaten te creëren verhoogt men de biodiversiteit.
°
Het brengt volume en afwisseling in de tuin en biedt de mogelijkheid tot het aanbrengen van een
persoonlijke, speelse toets.
Enkele nadelen
° Het aanleggen van (goede) bedden vraagt
(veel) tijd, energie en werk.
° Er is veel organisch materiaal nodig afkomstig uit diverse materialen.
° Het kan contraproductief werken afhankelijk van
de site (bvb. bij veel wind, grote hitte,...).
° Kleine dieren (woelmuizen) en
pestinsecten kunnen zich nestelen in het bed en schade veroorzaken.
° Bij
permanente bedden dient men de vruchtbaarheid op peil te houden door om de
zoveel tijd de ondergrond te vernieuwen.
° Bij permanente bedden is ook
vruchtwisseling aan te raden.
Enkele bekende soorten bedden in de permacultuur
Onderstaande lijst is niet volledig. Ook kan men bepaalde methodes en technieken creatief aanpassen, combineren en personaliseren afhankelijk van de plaats en het project.
1. Bio-intensieve bedden voor tuinbouw
Deze bedden zijn
interessant voor professionele doeleinden gezien ze bij goed beheer heel
productief zijn qua opbrengst per m2. Ze vereisen wel een degelijke kennis van tuinieren,
vruchtwisseling, planning, compostbeheer en plantdichtheid, alsmede specifieke
gereedschappen en toestellen (zaaimachines, enz.) om het gebruik ervan te
optimaliseren. Deze techniek is minder aan te raden voor beginners en amateur
tuiniers die een kleinschalige productie voor eigen gebruik wensen. Deze bedden
zijn eerder gericht op productie en efficiëntie, bvb. voor mensen die een winstgevend groenteteelt
bedrijf willen runnen. De bedden worden gemaakt door de grond tot een dubbele
spadediepte (ongeveer 50 cm) te bewerken (zonder de grondhorizonten te
mengen). Dit dient om de grond te beluchten en de beworteling van de geteelde
planten te vergemakkelijken. Vervolgens worden verschillende voedingsstoffen
toegevoegd (compost, as, steenpoeder, mest en ander groen en bruin organisch
materiaal) en verkrijgt men een 20 tot 30 cm hoge terp die ideaal is voor
tuinbouw.
De opgehoogde bedden zijn 40 tot 60 cm hoog en tot 1 meter breed en bestaan hoofdzakelijk uit grond die verkregen wordt door het afgraven van de paden tussen de heuvels. Uiteraard zijn ze makkelijk aan te passen qua omvang volgens de eigen voorkeur en bedoeling van de tuinier. De helling mag niet te steil zijn anders kunnen de zaden er afspoelen bij regen of bewatering. Hetzelfde geldt voor de mulch, het kan nodig zijn om takken op de hellingen te leggen om de mulch op zijn plaats te houden. Dit type heuvel heeft de neiging vrij snel in te storten en verliest meestal bijna een derde van zijn hoogte tijdens één seizoen. Ze vereisen daarom regelmatig onderhoud om ze opnieuw te vormen. In een te droog en/of te winderig klimaat kan dit type heuvel snel contraproductief worden door een gebrek aan water.
3. De bedden van Philip Forrer
4. Hugelkultur met Sepp Holzer
De
Hugelkultur heuvel bevat ook hout als basiselement, bij voorkeur grote takken
en stammen die vers of minder rot zijn dan in de Philip
Forrer heuvels.
De Hugelkultur en Philip Forrer heuvels steunen op het principe van een
langzame afbraak van het hout in de bodem in de loop der jaren. Zo
krijgt men een voedingsrijke bodem met een relatief
constante interne vochtigheidsgraad. De techniek is bij veel
deskundigen
omstreden omdat het hout wordt begraven onder lagen aarde en mulch.
Wateroverlast en het ontstaan van een anaerobe (zuurstofarme) omgeving
zijn in
sommige gevallen te vrezen, omdat daardoor de afbraak van het
hout kan
worden belemmerd. Die afbraak kan alleen goed verlopen met behulp van
schimmels, die
allemaal aerobe organismen zijn (en dus zuurstof nodig hebben om te
leven).
Hugelkultur is bijzonder energie-intensief om op te zetten en niet
geschikt voor elke tuin.
Maar wanneer het bed goed is gemaakt, dan kan men dankzij deze techniek jarenlang overvloed genereren met weinig onderhoud. Hugelkultur werd populair door Sepp
Holzer die het met succes toepast op zijn Oostenrijkse boerderij Krameterhof.
5. Sandwich heuvels met Robert Moretz
7. De sleutelgat tuin
Een sleutelgat tuin (keyhole garden) is een ingenieus Afrikaans concept aangepast aan een warm klimaat waar weinig water voorhanden is. Mits enkele aanpassingen kan het ook in andere klimaatzones gebruikt worden. Een sleutelgat tuin is meestal rond of ovaal van vorm en het wordt gebouwd uit makkelijk verkrijgbare en natuurlijke materialen (stenen, takken, organisch materiaal en grond). Het bed voorziet zichzelf van voedsel en vraagt weinig water. Het is een permanent groeimedium dus eenmaal geïnstalleerd zal het moeilijk te verplaatsen zijn. Het bed is 50 cm tot 1 meter hoog en wordt afgebakend door randen van steen, rotsen, houtstammen of enig ander beschikbaar materiaal. In het midden
ervan bevindt zich een compostvat waardoor het bed voortdurend voorzien wordt van
voedingsstoffen en een bepaalde vochtigheidsgraad kan aanhouden. Deze composteerruimte bevordert
de ontwikkeling van talrijke bodemorganismen (ongewervelden,
microfauna,...) die zorgen voor de circulatie van voedingsstoffen en
water tussen de centrale composteerbak en het omringende plantensubstraat. Om makkelijk bij dit centrale compostvat te kunnen, wordt in de cirkel een opening
gemaakt die het geheel de beroemde 'sleutelgat' vorm geeft. Het compostvat wordt regelmatig voorzien van keukenresten, grasmaaisel, herfstbladeren,...Voor de samenstelling van de grond in het bed kan men verschillende technieken gebruiken afhankelijk van de beschikbare middelen, bvb. een lasagne bed.
8. De kruidenspiraal
Een kruidenspiraal is een mooi
voorbeeld van permacultuur waar efficiëntie, recyclage, esthetiek en
nuttige planten samen
een natuurlijk biotoop voor warmte minnende kruiden opleveren.
De bedoeling is een heel pak kruiden op een compacte plaats samen te
brengen in ideale omstandigheden.
De vorm van de kruidenspiraal schenkt namelijk alle kruiden de nodige
hoeveelheid zon, warmte en grondvochtigheid of schaduw, koelte en
droogte,
naargelang de plaats waar ze staan.
Bovenaan en binnen in de spiraal staan de kruiden die veel zon en droge
grond nodig hebben zoals rozemarijn, tijm, dragon en salie.
De buitenste spiraal bevat planten die meer water en schaduw verkiezen
zoals munt, bieslook, peterselie, viooltjes,...
Kies een zonnige plek (5 uur zon per dag) dicht bij de keukendeur en
dek de grond af met karton om ongewenste plantengroei te vermijden.
Onder het karton kun je organisch materiaal leggen die extra voeding
levert wanneer het karton verteert.
Teken de spiraal uit op het karton en bouw daarop met stenen en rotsen
een (licht aflopende) spiraal in klokwijzerzin (Noordelijk halfrond).
Vul de spiraal op met een groeimedium (compost, humus, teelaarde,...) en plant de
kruiden. Door de aflopende vorm stroomt het water vanzelf naar beneden waar de
kruiden staan die veel vocht nodig hebben.
Op het einde van de spiraal kun je ook nog een klein vijvertje voorzien
als waterbiotoop.
Extra kalk toevoegen kan nodig zijn omdat vele kruiden een kalkrijke
grond verkiezen.
De opgroeiende kruidenstruikjes kun je regelmatig insnoeien, zodat ze
niet te houtig worden en elkaar niet verdringen.
Maak de kruidenspiraal niet te klein (uitdroging), maar ook niet te
groot zodat je makkelijk alle kruiden kunt oogsten (bvb. diameter 2,5
m).
Je kunt er ook voor kiezen om een ingebouwde sproeier in het midden te
zetten, waardoor alle kruiden makkelijk te sproeien zijn.
Aan de zijkant kun je eventueel boomstammen (liefst eiken) zetten die je
kunt enten met eetbare paddenstoelen.
Behalve kruiden kun je natuurlijk ook een bloemenspiraal maken of een
mengeling van bloemen en kruiden.
Een techniek geïnspireerd door de Oosterse religies waar een mandala een geometrisch patroon is wat vaak een spiritueel beeld symboliseert. Elke mandala tuin is uniek en biedt bij het ontwerp veel ruimte voor eigen creativiteit. Enkele voordelen:
10. Swales en hun bijhorende heuvels
11. Strobalenheuvels
Tot slot nog een bekende en vaak toegepaste techniek waarbij allerlei containers, potten en bakken gebruikt worden om de grond vast te houden. Deze bovengrondse kweekbakken zijn erg handig wanneer men niet over een tuin beschikt of bij vervuilde en 'ondankbare' grond. Het is ook vriendelijk voor de rug want men kan (half) staand tuinieren. Men kan ze makkelijk zelf maken in hout, metaal, bakstenen,...ofwel bestaande containers gebruiken. Bij het opvullen van de bakken kan men gebruik maken van de lasagne techniek.
Geen opmerkingen
Een reactie posten