De zintuigen zijn het instrumentarium
waarmee de datastroom van het (virtuele) 3D game gedecodeerd worden tot de
wereld die we kennen en dagelijks ervaren (van energie naar materie). Ze
geven het bewustzijn boodschappen door in de vorm van licht,
kleur, beeld, ruwheid, gladheid, gewicht, beweging, vorm, smaak, geur,
warmte, kou, klank, woord en gedachte waardoor de mens een bepaalde wereld kan waarnemen/ervaren. Zo vormen ze de basis voor een relatie met jezelf, met de omgeving,
en met de andere mensen.
De diverse levensvormen op Aarde decoderen die data verschillend naargelang
hun zintuigelijke opmaak en ervaren telkens een iets andere wereld dan de
mens. Zo heeft een hond een veel beter reukorgaan, een kat kan zien in het
donker, een vlieg heeft facetogen en een totaal andere visuele ervaring,
duiven horen infrageluid, vleermuizen en dolfijnen gebruiken echolocatie om
zich te oriënteren, katachtigen kunnen subtiele verschillen proeven in de
smaak van water, spinnen voelen via de haartjes op hun poten de minste
beweging, haaien hebben elektrische sensoren en detecteren het magnetisch
veld, slangen hebben gevoelige warmtesensoren, trekvogels navigeren op het
magnetische veld van de Aarde, enzovoort. De buitenwereld die je als
'werkelijkheid' waarneemt en ervaart in jouw bewustzijn, is volledig
afhankelijk
van de zintuigen waarmee het fysieke lichaam (avatar) is uitgerust. Zonder
zintuigen, geen (Aardse) ervaring. En met andere of meer ontwikkelde
zintuigen, ervaar je een andere of 'ruimere' wereld. Denk bijvoorbeeld aan
mensen/dieren met helderziende, helderhorende of heldervoelende vermogens. Of
telepathie en intuïtie als 'zesde' zintuig. In Oosterse tradities wordt ook
gesproken over 'hogere' zintuigen waarmee andere werkelijkheden kunnen ervaren
worden en zij beschouwen ook de 'mind' (geest) als een zintuig.
Men kan zich dus de vraag stellen: mocht de mens (als bewustzijn) uitgerust zijn met andere zintuigen welke wereld zou hij dan waarnemen? Zoals David Hoffman in deze video stelt: de opmaak van onze avatar (lichaam/mind) bepaalt de werkelijkheid die we waarnemen. Of anders gezegd: bewustzijn exploreert een specifieke, menselijke ervaring op een 3D speelveld (ruimte/tijd) door middel van de zintuigen plus mind. Vergelijkbaar met een videogamer (bewustzijn) die een virtual reality bril opzet (zintuigen) en helemaal in een spel opgaat en denkt dat de pixels die hij waarneemt een echte wereld is. Een volgende vraag is dan: indien wat wij waarnemen slechts een specifieke 'weergave' is die bepaald wordt door de zintuigen, waar of wat is dan de échte 'basisrealiteit' voor het bewustzijn? Of anders gezegd: welke realiteit zou je als bewustzijn ervaren zonder zintuigen en lichaam?
Rudolf Steiner, de grondlegger van de Antroposofie, spreekt over 12 zintuigen
die de data of de softwarecode van/in het universum helpen decoderen/omzetten
tot een bepaalde werkelijkheid (matrix). Het woord 'zintuig' zegt ook al iets,
het woord betekent letterlijk een tuig of gereedschap om
zin en betekenis te geven aan het veld van ervaring in bewustzijn. De
wetenschap erkent momenteel 10
zintuigen: gezichtszin, gehoor, reukzin, smaakzin, tastzin, thermoceptie
(temperatuurzin), nociceptie (pijnzin), evenwichtszin, proprioceptie
(bewegingszin) en interoceptie (levenszin).
De twaalf zintuigen vallen uiteen in drie groepen van telkens 4 zintuigen:
De fysieke of wilszintuigen om het eigen lichaam waar te nemen:
tastzin, levenszin, bewegingszin en evenwichtszin. Deze ontwikkelen
zich tussen 0 en 7 jaar en helpen om te incarneren.
De gevoel of zielszintuigen om de omgeving waar te nemen:
reuk, smaak, zien en temperatuur. Deze ontwikkelen zich tussen 7 en
14 jaar en richten zich op de omgeving.
De sociale of geestelijke zintuigen om de niet-fysieke werkelijkheid
waar te nemen en die gericht zijn op de menselijke eigenschappen taal,
gedachten en individualiteit: gehoor, spraakzin, denkzin en ik-zin.
Deze ontwikkelen zich tussen 14 en 21 jaar en helpen om dat wat innerlijk
verborgen is te kunnen openbaren.
1. De tastzin brengt een innerlijke beleving van
'hier hou ik op en daar begint de buitenwereld'. Deze grensbeleving
begint al vanaf de geboorte. De aanraking van een object buiten jezelf
verandert de innerlijke beleving. Aanraking is ook een vorm van emotionele
communicatie. De tastzin helpt om waar te nemen waar jouw fysieke grens is en
waar iets anders begint. Het belangrijkste orgaan voor de tastzin is
de huid, daar bevinden zich gevoelige zones (vingers, tong, voorhoofd)
en minder gevoelige zones (rug, voetzolen) om de buitenwereld af te tasten.
Door de tastzin vloei je niet grenzeloos over in het andere, maar heb je een
grens; een lichamelijk zelfbewustzijn.
2. De levenszin is de innerlijke beleving van het eigen
welbevinden en helpt om goed te leren luisteren naar je lichaam en de signalen
die het geeft. De tastzin is het uiterlijke gevoelszintuig terwijl de
levenszin het inwendige gevoelszintuig is. Met de tastzin voel je de
buitengrenzen, met de levenszin voel je wat binnen die grens leeft. Je voelt
bijvoorbeeld of je honger en dorst hebt, of voldoende hebt gegeten hebt, of je
naar het toilet moet, of je moe bent of vol energie, of je ergens pijn
hebt. Vaak wordt men pas bewust van dit zintuig wanneer er iets mis is (pijn,
onbehagen, ongemak,...). Bij voldoende training kan men ook de subtiele
processen in het lichaam waarnemen: de bloedsomloop, de hartslag, de
spijsvertering,... en ook waar energetische blokkades zitten.
3. De bewegingszin verwijst naar de innerlijke beleving van de
bewegingen en de stand van het lichaam en ledematen, de flexibiliteit. Zelfs
de kleinste beweging wordt door de bewegingszin waargenomen. Door de
bewegingszin weet je bijvoorbeeld altijd waar je handen zijn, zodat je ze
niet eerst moet zoeken voordat je er iets mee wil doen. De bewegingszin
is ook nodig wanneer je met de tastzin iets wil aftasten.
4. De evenwichtszin hangt nauw samen met de bewegingszin en
regelt de gewaarwording van boven, onder, links, rechts, voor en achter, het
is als een oriëntatie anker in jezelf. Dit zintuig is nodig om rechtop te
kunnen staan en je te oriënteren in de ruimte. Het maakt gebruik van het
gewichtsorgaan in de oren in combinatie met de ogen en het zien. In een ruimte
waar alles scheef is, raakt ook je evenwicht en oriëntatie verstoord. Het
evenwichtsorgaan ontwikkelt zich vanaf de geboorte door het rollen, kruipen,
leren staan en lopen.
5. De reukzin is het eerste van de tweede groep en dit zintuig
bevindt zich op de grens tussen innerlijke gewaarwording en gewaarwording van
de buitenwereld. Geuren worden aangebracht door de lucht en komen binnen via het neusorgaan. Mensen kunnen heel wat verschillende geuren
onderscheiden (en beoordelen als lekker of niet lekker), maar in vergelijking
met dieren is het menselijke reukvermogen onderontwikkeld waardoor we minder
instinctief reageren. Naast de bewust waargenomen fysieke geuren (moleculen),
kunnen we ook gemoedstoestanden (zoals angst of leugens) onbewust ruiken.
Geuren zijn sterk verbonden met herinneringen.
6. De smaakzin bevindt zich op de tong en achterin de mondholte
en laat toe om substanties te proeven waardoor de buitenwereld nog meer
binnenkomt dan via de reukzin. Smaak en reuk werken vaak samen want zonder
geurzintuig zou je enkel zoet, zuur, zout, bitter, hartig en vet proeven. De
geurzin laat toe om ook secundaire smaken waar te nemen waardoor het
smaakpalet groter wordt. Elke smaak heeft een apart plekje op de tong.
Kinderen hebben nog een zeer gevoelige smaakzin die vooral zoet goed verdraagt
en zich langzaam ontwikkelt tot de andere 5 smaken.
7. De gezichtszin werkt via de ogen en laat toe om de informatie
uit de buitenwereld om te zetten in beelden. De ogen kunnen enkel kleuren en
de hoeveelheid licht waarnemen, maar door combinatie met bewegingszin en
evenwichtszin kunnen ook vormen, verhoudingen en bewegingen worden
waargenomen. Mensen zien slechts 3 primaire kleuren (rood, blauw, geel),
duiven zien 5 kleuren, ook ultraviolet en ze kunnen 360° kijken met hun blik.
Kleuren beïnvloeden de gemoedsstemming en de gezondheid (kleurentherapie).
Groen is harmonie (natuur), blauw is rustgevend, oranje is vitaliteit en
enthousiasme, rood is intens en krachtig, geel is positief en vreugdevol.
8. De temperatuurzin laat het verschil merken tussen het eigen
organisme en een substantie van buiten. Het is het vermogen om de temperatuur
van je omgeving of van een voorwerp waar te nemen. Net als bij de tastzin is
de huid het orgaan om temperatuur te ervaren. Het verschil is dat de
tastzin een plaatselijke aanraking voelt en dat de temperatuurzin afhankelijk
is van je eigen temperatuur en hoe groot het oppervlak is wat in contact komt
met de warmte of kou. Temperatuur stopt niet bij de huid, maar doordringt de
huid ook. Het houdt ook verband met je eigen temperatuur en welbehagen en is
daarom ook altijd relatief en persoonlijk. Tibetaanse monniken en iemand zoals
Wim Hof hebben meesterschap over de temperatuurzin ontwikkeld en kunnen
extreme kou verdragen.
9. De gehoorzin laat toe om frequenties, vibraties en
geluidstrillingen (klanken) waar te nemen. Met de oren nemen we
verschillende soorten geluiden waar, zowel in onszelf, als afkomstig uit de
buitenwereld. We horen natuurgeluiden, artificiële geluiden, muziek en de
stemmen en taal van mensen. We horen de geluidssterkte, de toonhoogte, de
‘kleur’ of stemming van wat we horen en de afstand tot het geluid. De
gehoordrempel ligt bij de mens tussen 20 en 20.000 Herz (de audio
frequenties), vleermuizen en dolfijnen kunnen veel hogere frequenties
waarnemen (ultrasone geluiden). Echt luisteren is een sociale activiteit
waarbij je zelf stil wordt en focust op de geluiden. De ogen kunnen daarbij
helpen om de aandacht te richten. Wie naar een orkest luistert en de
klarinet wil horen, kan extra focussen door ook naar de klarinet te kijken.
10. De spraakzin of taalzin is een bijzonder vermogen van de
mens, namelijk het beleven en begrijpen van de betekenis van klanken
(vibraties) die symbolen (letters, woorden, zinnen) vertegenwoordigen. Dit
vermogen wordt tijdens de eerste levensjaren aangeleerd, wat op zich al
verbazingwekkend is. Met de spraakzin neem je dus de gesproken taal waar.
Bij akoestische klanken neemt de spraakzin ook de gedachten, de oordelen en
de ervaringen waar die achter de woorden schuilen. Het ritme, de intonatie,
de klankkleur,... ze vertellen vaak meer dan alleen de inhoud van de
uitgesproken woorden. Zo kun je met de spraakzin ook iets van het innerlijk
van de ander waarnemen. Welke stemming, mening of overtuiging kun je
ontdekken achter de woorden?
11. De denkzin of gedachtezin is het vermogen om een
gedachtebeeld te vormen en om gedachten, ideeën of concepten te begrijpen.
De denkzin geeft je de mogelijkheid om de innerlijke gedachtewereld van de
ander waar te nemen door te begrijpen wat er gezegd wordt. Woorden alleen
zeggen nog niets, het zijn gewoon klanken, pas wanneer er begrip of inleving
bijkomt, kun je de samenhang begrijpen. Met de denkzin volg je dus iemands
gedachtegang. Het verschil tussen de denkzin en de spraakzin is het
duidelijkst wanneer men luistert naar iemand die een vreemde taal spreekt.
Met de spraakzin neem je de klanken en intonatie waar. Met de denkzin kun je
ook de inhoud volgen. Om woorden en zinnen te begrijpen dien je te
beschikken over de juiste begrippen, ideeën en denkbeelden die de woorden
(symbolen) vertegenwoordigen. Pas dan kun je begrijpen wat de ander zegt.
Door het scholen van de denkzin, werk je aan de eigen geestelijke
ontwikkeling en het verbreden van jouw horizon.
12. De ikzin is het vermogen om de persoonlijkheid of het ik
(ego) van een ander waar te nemen. Het is het zintuig wat zich richt op de
individualiteit van een ander en het is onmisbaar op sociaal vlak en om
samen te werken met anderen. Om je echt in de persoonlijkheid van een ander
te kunnen verplaatsen of verdiepen (empathie), dien je zelf even uit de weg
te gaan, jezelf even te vergeten en een stukje van de ander toe te laten, je
in te leven in de ander. Dat gaat makkelijker wanneer je bijvoorbeeld
verliefd bent, dan kan het zelfs gebeuren dat je jezelf 'verliest' in de
ander. Er dan heb je wat antipathie en afstand nodig om terug bij jezelf te
komen. De individualiteit van een ander is het beste waar te nemen via de
ogen (spiegels van de ziel) of door een stevige handdruk. Daarnaast leer je
iemands persoonlijkheid ook kennen via de lichaamshouding, de
lichaamsbewegingen, in de stem en in de persoonlijke gedachtegangen.
Geen opmerkingen
Een reactie posten